Zie het met je eigen ogen: Ik heb jullie lief!

Preek over Maleachi 1:1-5

Inleiding –

Wat zou jij doen als je merkt dat de mensen om je heen laks zijn geworden? Als ze zich niet houden aan de regels of de afspraken op het werk, in je sportteam, in je gezin of nog weer ergens anders. Vaak is de neiging dan om nog eens terug te gaan naar de regels of de afspraken. Ik kan me dat bijvoorbeeld herinneren van mijn Middelbare Schooltijd. Eens in de zoveel tijd vond de schoolleiding dat we ons als leerlingen niet genoeg aan de regels hielden. We praatten in de studieruimte en zaten er te eten. Dat mocht alle twee niet. We gooiden afval in de bosjes in plaats van in de prullenbak. We stonden te kletsen en soms te klieren in het fietsenhok. Enzovoort. Als de schoolleiding het zat was kregen we dan een A4 tje met de regels van de school. In mijn herinnering werden het er steeds meer. Dat moest je goed lezen, onthouden en vooral je eraan houden!

Zoiets is er ook aan de hand in de tijd van Maleachi. De mensen nemen de offerdienst niet al te serieus meer. Ze kiezen vaak het slechtste dier van hun kudde uit in plaats van het beste. De priesters moeten het volk leren wat Gods regels zijn, maar dan doen ze niet. Mannen sturen de vrouwen waarmee ze getrouwd zijn weg om andere vrouwen te trouwen – en dat betekende in die tijd voor een vrouw vaak een leven in armoede. Mensen geven niet genoeg geld voor het tempelonderhoud en het werk van de priesters en levieten in de tempel. Sommigen buiten volksgenoten uit en voor vreemdelingen is geen plaats.

Gods bedoeling met Israël was om de rest van de wereld een ideale, goede samenleving te laten zien, maar daar komt niets van terecht. De mensen geloven nog wel, maar ze leven er maar zo’n beetje uit. Als we de komende weken verder in Maleachi lezen, zullen we daar nog veel van tegen komen. Misschien zul je sommige dingen herkennen en sommige dingen misschien ook niet. Maar dat komt nog.

Ik heb jullie lief

Wat ik mooi vind en dat is iets wat je telkens weer in de Bijbel ziet, is dat de HEER niet begint met wat er allemaal mis is in Israël. Hij begint ergens anders: ‘Ik heb jullie lief.’ God begint niet bij de regels en de afspraken – dat komt nog wel – maar bij wat eronder ligt. De liefde. Als je laks bent geworden in je leven. In het dienen van God in het zorgen voor je naaste, dan is het niet het belangrijkste om het over dat gedrag te hebben, maar over wat je daarvoor moet motiveren. De liefde van God.

‘Ik heb je lief. Ik heb altijd van jullie gehouden. Realiseren jullie je dat wel?’

Het lijkt bijvoorbeeld op het begin van de 10 geboden. Dat begint ook niet met wat je moet doen, maar bij wat God doet en gedaan heeft: ik ben de HEER, Ik heb jullie bevrijd.

Hier dus zegt de HERE: ik heb jullie lief.

Waaruit blijkt dat dan? (Teleurstelling)

Maar de reactie is cynisch. ‘O ja, waaruit blijkt dat dan?’ Als je iets weet over die tijd, is het misschien ook wel te begrijpen. Israël was nog maar een kleine provincie in een uithoek van het Perzische Rijk. Er wonen maar zo’n 50.000 mensen – net zoveel als in de gemeente Kampen. Er is maar echte stad – Jeruzalem. Wat stellen zij nu voor in dat grote, machtige rijk? De tempel is herbouwd, maar van de glorie van vroeger uit de tijd van David en Salomo is niets meer te zien. Er is geen eigen koning en er moeten vooral hoge belastingen betaald worden aan het Perzische rijk.

Waaruit blijkt dan de liefde van de HEER?

Misschien is dat voor jou ook wel herkenbaar. Steeds minder geloof lijkt het wel, leeglopende kerken. Een klein clubje over. Of in de wereld om je heen: coronacrisis, overstromingen, dreigingen van geweld. Of in je eigen leven: wat merk ik eigenlijk van de liefde van de HEER?

Schokkende vraag

Het is ook een schokkende vraag: zijn ze dan alles zo snel weer vergeten? Wat God deed door Mozes, door David, maar ook hoe hij een einde maakte aan hun gevangenschap in Babel en hen de tempel liet herbouwen? Toch wordt de vraag niet veroordeeld. Maar de HERE geeft er antwoord op.

Dat blijft ook belangrijk voor ons. Soms maak je het misschien wel eens mee dat iemand die gelooft een scherpe vraag stelt ‘wat merk ik eigenlijk van God’, om niet de vraag af te keuren. Laat iemand de vraag maar stellen, zoals dat bijvoorbeeld ook in de Psalmen gebeurt. Ontken de vraag niet. En tegelijk, als het kan, als iemand wil luisteren, probeer te helpen naar een antwoord te zoeken. Zoals dat hier in Maleachi ook gebeurt.

Vergelijk Jakob en Ezau

De HERE zegt: Denk nog eens na: zijn Jakob en Ezau geen broers? Kijk dan eens hoe verschillend zij zich ontwikkeld hebben.

De liefde van de HEER is niet van vandaag of van gisteren, maar al van heel lang geleden. En daar gaat Maleachi naar terug. Al voordat ze geboren werden, kreeg hun moeder te horen – het was een tweeling – dat de jongste – Jakob – de oudste – Ezau – de baas zou zijn. Jakob, dat is de voorouder van Israël. Ezau is de voorouder van buurvolk Edom.

Het zijn broedervolken, maar zegt de HEER: Jakob heb ik liefgehad en Ezau gehaat.

Jullie, jou heb ik uitgekozen zegt de HEER. En daaraan kun je mijn liefde zien. Jullie heb ik een prachtig land gegeven om in te wonen. Jullie heb ik mijn wetten gegeven. In jullie land staat mijn tempel. Naar jullie heb ik mijn profeten gestuurd. Allemaal dingen die wijzen op de bijzondere positie van Israël ten opzichte van andere volken.

Jou heb ik uitgekozen, niet een ander. Dat kan iemand tegen haar of zijn geliefde zeggen. Jou heb ik uitgekozen. Niet een ander. Misschien moet je zo ook dat woord ‘haten’ lezen. Als degene die niet uitgekozen is.

Je komt dat in de Bijbel vaker tegen als het gaat over de keuze tussen twee vrouwen. Jakob was bijvoorbeeld met Rachel en Lea getrouwd. Hij hield meer van Rachel dan van Lea. En Lea wordt dan ook een keer ‘de gehate’ genoemd (Genesis 29:31). En ook in de wetten van Mozes, in Deuteronomium 21:15-17 wordt gesproken over een man die twee vrouwen heeft: van de een houdt hij meer dan van de ander. En die tweede wordt dan ook ‘de gehate’ genoemd.

Maar de nadruk ligt erop: Jij bent uitgekozen. Ik zag en zie jou staan! Vergelijk jezelf maar eens met die ander. Voor die ander ben ik toch niet zo goed geweest als voor jou!

Als je net als ik ben, heb je misschien ook de neiging om je af te vragen: maar hoe zit dat dan? Hoe kan God nu Jakob liefhebben en Ezau haten, of minder liefhebben? God zoekt toch het goede voor alle mensen?  Dat is inderdaad zo: God had de wereld lief en daarom stuurde Hij zij Zoon (Johannes 3:16). Hij wil dat alle mensen gered worden en de waarheid erkennen (1 Timoteüs 2:4). Dat is in elk geval zo.

Tegelijk zie je in elk geval in het Oude Testament, het eerste deel van de Bijbel, dat God met een volk in het bijzonder zijn weg gaat. God is om zo te zeggen klein begonnen. Pas nadat Jezus naar de hemel is gegaan en de heilige Geest gekomen is wordt het goede nieuws van zijn liefde over de hele wereld verteld.

En dan is het nog steeds zo: de een heeft het al wel gehoord en een ander niet. De een gelooft wel en de ander niet. Daar is niet zomaar een verklaring voor. Maar als je van het goede nieuws gehoord hebt. Als je het vanochtend hoort – God houdt van mij – laat het dan tot je door dringen en wees er blij mee. Niet iedereen heeft het nog gehoord. Niet iedereen, maar jij wel.

Zo is het in heel het leven: Als je in Nederland mag wonen, bijvoorbeeld doordat je er geboren bent, is je leven heel anders dan als je geboren bent en woont in Afghanistan. Dat jij dat geluk hebt, daar is verder geen verklaring voor. Maar daar kun je wel dankbaar voor zijn. Dat jij vandaag Gods stem mag horen en een ander die niet hoort, dat is niet te verklaren. Maar wel iets om dankbaar voor te zijn.

God ziet mij zitten. Hij heeft mij lief. Hij is bij mij!

Houdt God wel van mij? Ziet Hij ons wel? Vergelijk het maar eens met hoe het leven zonder Hem en zonder zijn liefde zou zijn.

Vergeet niet al het goede dat je gekregen hebt.

Als je gedoopt bent, denk daar dan eens aan terug. Toen zag God je al. Misschien was je nog maar een baby. Wist je nog van niets. Maar God koos je uit om toen al bij Hem te horen. Dat je in aanraking kwam met zijn liefde. Door de verhalen uit de Bijbel. Door goede mensen om je heen. Door inspirerende voorbeelden. Dat je zijn liefde voelde in het zonlicht op je houdt, in de schitterende kleuren van vlinders en bloemen.

En hoe donker had het ook kunnen zijn. Een leven zonder liefde. Zonder zorg. Zonder aandacht.

En voor alle duidelijkheid – ik zeg niet dat je zonder geloof in God geen liefde, zorg en aandacht kunt ervaren. Natuurlijk kan dat wel. God geeft dat aan goede en slechte mensen. Maar als je gelooft. Als je God leert kennen, kun je Hem er ook voor danken. Is het de bedoeling dat je je leven daarop richt: op het steeds meer zien van het goede dat Hij geeft.

En er is verschil. Tussen Jakob en Ezau. Want waarom begint Maleachi nu over Jakob en Ezau, Israël en Edom? Omdat er heel wat gebeurd was tussen die volken. Er was een diep trauma. Israël had van God geleerd om Edom te respecteren. Toen Israël het beloofde land binnentrok wilden ze door Edom. Dat lieten de Edomieten niet toe. God verbood Israël toen tegen hen te vechten. Ze moesten dan maar om Edom heen. Het was tenslotte een broedervolk

Maar andersom had Edom Israël tekort gedaan. Toen Judea werd aangevallen en vluchtelingen naar Edom trokken, werden ze daar vermoord. De Edomieten juichten en lachten om de val van Jeruzalem. Ze hadden meegedaan aan de plunderingen. Zo pijnlijk voor Israël en Juda. Iets van dat trauma lees je bijvoorbeeld terug in Psalm 137:7-9

Gedenk, HEER, de dag van Jeruzalems val,

toen het volk van Edom zei: ‘Neer met die stad, neer,

maak haar met de grond gelijk.’

Babel, weldra word je verwoest.

Gelukkig hij die wraak zal nemen

en jou doet wat jij ons hebt gedaan.

Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt

en op de rotsen verplettert.

De verwoesting, de vernietiging, daar hadden hun buren bij staan juichen. En laat God dat allemaal toe. Nee, God heeft gekozen voor Jakob en dus moet Ezau ook boeten. Het hele Bijbelboekje Obadja – het heeft trouwens maar een hoofdstuk – gaat daarover: over de ondergang van Edom, omdat ze Juda niet geholpen hebben.

Gods goedheid en liefde betekent niet dat alles maar goed is. Dat zou ook geen echte goedheid zijn. Een goede ouder stopt ook het verkeerde gedrag van kinderen. Een goede overheid straft ook het kwaad dat gedaan wordt. Een goede God laat niet het kwaad maar gewoon gebeuren. In de straf over Edom ziet Israël ook het goede.

Misschien staat dat ver van je af. Misschien ook niet. Misschien zijn er mensen die jou iets hebben aangedaan, dat je nog steeds met je meedraagt als pijn en als beschadiging. Dan kun je je ook afvragen: houdt God wel echt van mij, als Hij het kwaad maar lijkt toe te staan. Als degene die je kwaad doet, gewoon maar verder leeft. Misschien zelfs wel in de kerk zit. Dan kan die vraag ook opkomen: waaruit blijkt die liefde dan?

Hou je dan vast hieraan: God zal dat recht zetten. Hoe precies weet ik ook niet. Want er is ook vergeving voor misdadigers. En tegelijk: Gods liefde zal ook blijken uit zijn oordeel over het kwaad. God vind niet alles goed en dat laat Hij merken ook. Daar valt meer over te zeggen dan ik nu in deze preek kan doen. (Ik hoop daar in een van de volgende preken over Maleachi nog uitgebreider op terug te komen.)

Voor vandaag is de kern dat God zegt: Ik heb je lief. En dat kun je ook zien. Kijk maar wat ik gedaan heb. Kijk maar waar ik je van redt. Juist als je merkt dat je geloof je wat minder zegt, dat je laks wordt in je geloof. Luister dan daar naar. Hoor zijn stem die zegt: Kijk maar naar het nieuwe leven dat ik je wil geven! Neem daar deze week eens de tijd voor: waaraan zie ik en weet ik dat de HEER mij lief heeft. Praat er eens met elkaar over. Waar heb jij de liefde van God gezien? Het verhaal van een ander kan ook je eigen ogen weer openen.

Zie het met je eigen ogen. Hoor het met je eigen oren. Hij zegt het: Ik heb jullie lief!

Mogelijke liturgie:

Aansteken Paaskaars

Welkom

Votum/groet

LB 221 – Zo vriendelijk en veilig als het licht

Gebed

Die liefde zien en daaruit leven

‘Kom in de kring’

Kindmoment door mijzelf – als een ander kind je plaagt en de juf zegt er niets van… Als je broer je kliert en je moeder vindt het wel prima. Zo is een goede moeder niet. God is ook niet zo.

Opw voor Kids 170 – U bent die U bent

Korte introductie Bijbellezing

Lezen Maleachi 1:1-5

Verkondiging

Psalm 35:11,13 – U ziet toch ook dit alles Heer

Regel van de dankbaarheid – Exodus 20:1-17

Ps 106:1,2

Dankzegging en voorbede

collecte

LB 868:1,2 – Lof zij de Heer

Zegen