Alles draagt bij aan het goede in je leven (Annunciatie)

Preek over Lucas 1:26-38 / Romeinen 8:28-30

Inleiding

Wat doet het met je, die de coronacrisis die maar niet stopt? Het kan van alles zijn. (Misschien kun je het woord ‘corona’ niet meer horen. En dan gaat het in de kerk er toch weer over. Dat spijt me dan. Tegelijk hoop ik dat je toch blijft luisteren, want ik geloof dat je er toch iets aan kunt hebben om er over na te denken.)

Wat doet het met je, die de coronacrisis die maar niet stopt? Waarschijnlijk is het, net als bij mij, van alles tegelijk. Ik word er moe van, zat van. Ik raak gefrustreerd door alles wat nu weer niet mag. En ik maak me soms ook wel een beetje zorgen: wat komt er nog meer? Lukt het als mensen naar elkaar te luisteren? En ik werk niet in de zorg. Ik hoef mijn kinderen niet thuis les te geven. Ik heb geen geliefden van wie hun behandeling of onderzoek is uitgesteld. Ik heb geen familie waar ruzie wordt gemaakt over corona en vaccinatie. Dat kun je ook allemaal nog hebben.

Wat doet de coronacrisis met jou? Goed om die vraag af en toe aan elkaar te stellen.

Tegelijk wil ik je vanmorgen nog een andere vraag stellen: wat wil God dat de coronacrisis met mij, met ons doet? Hoe wil God dat wij op deze crisis reageren? Wat geven jullie Lorèn mee, als ze ook moeilijke dingen zal meemaken?

Dat je blijft wachten op wat God doet. Hoop houdt. Juist door de crisis heen. Dat de crisis je ook helpt. Zie Romeinen 8:29.

Hoe gaat dat dan? Ik hoop dat we iets van een antwoord vinden ook door stil te staan bij het verhaal van Maria. Of eigenlijk zoals we in het kindmoment hoorden: het verhaal van God. Die kiest Maria uit.

Het initiatief ligt bij God

Of eigenlijk, is dit wel het verhaal van Maria? Zo vertelt Lucas het niet. Hij begint zijn verhaal in de hemel. Bij God. God stuurt Gabriël. Gabriël is volgens de Joodse boeken uit de tijd van Lucas één van de vier of zeven engelen die dag en nacht bij Gods troon zijn. Eén van de allerbelangrijkste dienaren van God. Die Gabriël wordt gestuurd naar Nazaret. Nazaret is nu wereldberoemd, maar in de tijd van Maria had bijna er niemand van gehoord. Achteraf weten we door opgravingen dat er nog geen vierhonderd mensen woonden. Een plaatsje twee keer zo klein als Zalk of Wilsum. Net zo klein als Folsgare (Nooit van gehoord zeker? Folsgare is een klein dorpje in Fryslân.) Stel je voor God stuurt een van zijn belangrijkste dienaren naar Zalk, naar Wilsum, naar Folsgare.

En die hoge dienaar van God, gaat naar een meisje van een jaar 15, 16. Stel je voor als je zelf 15 of 16 bent en God stuurt een van zijn belangrijkste dienaren naar jou. Ook heb jij geen veelbekeken tiktok filmpjes. Ook al ben je niet ontzettend goed op school of in sport. Je bent ook niet superknap. Maar gewoon gewoon. En dan stuurt God een engel naar jou? Dat zou toch ongelooflijk zijn?

Geroepen zijn door God. Dat heeft iets indrukwekkend. Maria schrikt er ook van als ze de woorden van de engel hoort. ‘Je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Wat kan dat betekenen? Hoezo zou de Heer met mij zijn?

En toch: zo gaat dat bij God. God kiest heel gewone mensen uit. Om dingen te doen die Hij belangrijk vindt. Niemand is te klein, te onbelangrijk. Vergeet dat niet. Misschien schrik je net als Maria een beetje terug bij dat soort grote woorden. Woorden die Paulus gebruikt in Romeinen 8. Dan gaat het over mensen die God roept, uitkiest, bestemd. En als je net als ik bent, dan denk je zomaar: Zou ik daar ook bij kunnen horen? Waarom zou God míj uitkiezen? Daar ben ik toch niet goed genoeg, niet aardig genoeg, niet gelovig genoeg voor?

Maar je bent uitgekozen. Net zoals Lorèn die vanochtend hier in de kerk is. Zij is net als jullie allemaal uitgekozen om Gods goede woorden te horen. Zelfs als ze die nog niet begrijpt: ‘Je bent van mij. Ik wil je Vader zijn.  Ik heb mijn bloed voor jou gegeven. Ik wil met mijn Geest in je werken.’ Geroepen zijn dat gebeurt doordat je die woorden hoort. Vandaag. Zelfs als je ze helemaal niet begrijpt.

Schrikken als God je begroet. Wat betekent dat? Dat God naar je toekomt, dat maakt het leven bijzonder, anders. Dat is spannend. Ook al kiest God gewone mensen uit. Het is wel God die je uitkiest. Dan gaat er iets gebeuren.

De geweldige boodschap

Dat is ook wat de engel zegt. Er gaan grote dingen gebeuren. Dat is spannend. En tegelijk: wees niet bang, Maria. Er gaat iets groots gebeuren. Je krijgt een kind. Die moet je Jezus noemen en Hij zal een groot man zijn. Zoon van de Allerhoogste. Dat betekent in de taal van de Bijbel – de Zoon van God.. Het is een titel voor de goede koning. De koning eerlijkheid en vrede brengt.

Jouw zoon gaat vrede brengen. Hij gaat doen wat God al lang geleden beloofd heeft. Voor altijd zal Hij koning zijn op de troon van David. Voor altijd vrede.

Stel je voor: voor Maria – geen onderdrukking meer van de Romeinen. Geen armoede meer. Geen geweld meer. Maar vrede. Geen paniek. Geen polarisatie. Geen corona. Maar vrede.

Maar hoe dan? De belofte dat er altijd een koning uit de familie van David zou zijn, die belofte had God lang geleden al gedaan aan David (2 Samuël 7), maar die leek vastgelopen. Minder dan vierhonderd jaar had Davids familie geregeerd. Best een lange tijd (vergelijk: de Oranjes zijn met kleine onderbrekingen ruim 450 jaar bij Nederland betrokken), maar dat was in de tijd van Maria al bijna 600 jaar geleden (dan zijn we terug in de tijd van Filips de Goede, als het over Nederland gaat). Dat Jozef sowieso wist dat hij van David afstamde was al een wonder (wie weet zijn voorouders van zeshonderd jaar geleden te noemen?)

Dat wij het moeilijk vinden om ons voor te stellen dat die vredevorst er nog komt, dat Gods nieuwe wereld komt – we zijn niet de enigen. Ook Maria zag het niet gelijk voor zich. Hoe dan?

Gods goede boodschap, wachten op wat God gaat doen is altijd moeilijk geweest.

Maar hoe dan?

Het lijkt alsof Maria overrompeld is. Dat is natuurlijk goed te begrijpen. Hoe hoe hoe zou dit kunnen gebeuren? Zij, de moeder van een koning? Ik denk dat Maria niet weet wat ze moet zeggen. Ze zegt: hoe kan dit, ik ben nog niet met een man naar bed geweest. Dat lijkt een onlogische opmerking. Ze zou toch trouwen met Jozef en die stamt toch van David af? Als ze met Jozef trouwt, dan kunnen ze toch samen een kind krijgen? En dat zal dan toch een afstammeling van David zijn?

De heilige Geest zal over je komen

Maar dat eenvoudige antwoord geeft de engel niet. Die maakt het eerder moeilijker voor Maria dan gemakkelijker. ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken’ (Lucas 1:35). Dat is niet echt een uitleg. Dat maakt het geheim alleen maar groter. Wat zal er gebeuren?

Een ding is duidelijk. Dit komt van God. God neemt het initiatief. Het hangt niet af van Jozef. Het hangt niet af van de afstammelingen van David. God begint opnieuw. En dat nieuwe begin, begint in Nazaret, bij dit gewone meisje Maria. En zij hoeft er echt niets voor te doen. Gaat haar gebeuren zonder haar tussenkomst. De Zoon van God wordt geboren, omdat God het laat gebeuren.

Dat is ook de kern van het evangelie: God is aan het werk. Daar mag je van genieten, vol bewondering naar kijken. Maar dat is niet wat je zelf moet doen. Dat zie je ook aan het einde van Lucas’ verhaal. Dan staat Jezus op uit het graf. God geeft leven vanuit de dood. Ongelooflijk.

Voor God is niets onmogelijk

Dat God aan het werk is, dat Hij in het kwade goede dingen doet en het kwade zelfs gebruikt voor het goede, dat is vaak ongelooflijk.

Hoe zou Maria dit kunnen geloven? De engel zegt: Kijk maar wat er nu gebeurt. Je tante Elisabet is zwanger, ook al is ze al oud. Dat moet Maria bekend in de oren geklonken hebben. Vrouwen die zwanger worden ook al zijn ze al oud. Ook al lijken ze geen kinderen te kunnen krijgen. Het is bijna een refrein in de Bijbel. Heel vaak als wat God beloofd heeft maar niet gaat gebeuren, dan doet Hij zo’n wonder. Sara en Abraham konden geen kinderen krijgen, Rebekka en Izaäk niet. En ook Rachel kon met Jakob maar heel moeilijk kinderen krijgen. Het leek er telkens op dat Gods beloften niet waar zouden worden. Later gebeurde het weer. Toen Israël werd onderdrukt door de Filistijnen. Toen gaf God Simson. Maar ook van zijn moeder gold dat ze geen kinderen kon krijgen.

Nu kan het zijn dat dit rijtje vrouwen je een wat ongemakkelijk gevoel geeft. Zijn vrouwen er dan alleen maar voor God om kinderen te krijgen? In de tijd en cultuur van de Bijbel krijgt dat inderdaad wel veel aandacht en misschien meer dan nu is dat iets waar een vrouw haar identiteit aan ontleende. Dat ze moeder is. Toch is dat niet het centrale punt in deze voorbeelden. Het centrale is dat bij God niets onmogelijk is. Dat als het lijkt dat alles doodgelopen is, dat Hij dan een opening geeft. Dat zie je ook bij andere vrouwen in de Bijbel. Toen het volk Israël onderdrukt door Jabin en Sisera gaf God Debora en Jaël. Toen Ahasverus door Haman besloten had om Israël uit te roeien, toen had God net Hadassa konining gemaakt. Koningin Ester heette ze: en zij waagde haar leven zodat haar volk gered kon worden.

Bij God is niets onmogelijk. Al lijkt de situatie uitzichtloos of alleen maar negatie. God redt. Bij Hem is niets onmogelijk.

Ook nu niet

Maar hoe dan? Die vraag kun je nu ook hebben. Hoe zou er in onze tijd nog totaal anders kunnen worden? Stel je voor:

Wat verwacht jij? Waarop durf jij te hopen? En ik bedoel iets groots. (Niet een witte Kerst ofzo.) Wat is het allergrootste waarop je hoopt?

Zou het zoiets kunnen zijn als wat Maria beloofd wordt. Dat er een koning komt – haar zoon! – die voor altijd koning zal zijn. Zijn rijk zal een rijk van goedheid, vrede, en liefde zijn. Daar zullen al je tranen gedroogd worden. Daar komt een eind aan gemis aan liefde. (Misschien is dat wel je grootste hoop, een geliefde, een partner, of een kind krijgen.) Daar zul je meer liefde krijgen en geven dan je nu kunt voorstellen. Dat is wel iets enorm groots om te verwachten. Een wereld zijn met vrede en eerlijkheid en liefde. Waar iedereen zich thuis voelt. Waar iedereen goed is, inclusief jij en ik. Waar iedereen gelukkig is. Geen ziekte, geen armoede, geen ruzie, geen somberheid.

Durf je dat te verwachten? Dat is toch onvoorstelbaar. Hoe hoe hoe hoe moet dat gebeuren? Ik zie het nog niet voor me. Het is te onvoorstelbaar. Net zo onvoorstelbaar als een meisje dat de moeder wordt van de koning die altijd regeert. Net zo onvoorstelbaar als een maagd die zwanger wordt.

Hoe die wereld er precies komt, weet ik niet. Ik vind het ook onvoorstelbaar. Maar, er is al een begin gemaakt. Met Jezus. Hij was en is een mens, zoals het past bij die nieuwe wereld: goed, altijd goed. Altijd vol liefde. Strijdend tegen het kwaad en overwinnend. Levend voor altijd.

Begin gemaakt met jou en mij door Hem.

De bedoeling is dat jij en ik ook zo worden. Dat Jezus als het ware ook in jouw leven geboren wordt en leeft. Dan wordt het straks echt Kerst. Dat je niet langer zelf leeft, maar dat Christus in jou leeft. Of, voor zover jij nog leeft, dat je dat doet in vertrouwen op de Zoon van God (Galaten 2:20). Dat is het doel van je leven. Die bestemming heeft God jou gegeven. De bedoeling is dat jij, op jouw manier, steeds meer gaat lijken op Jezus. In liefde, in goedheid, in vreugde, in vriendelijkheid, in vrede, enzovoort, steeds meer wordt als Hij. Als we allemaal zo vol zijn van liefde als Jezus dan is Gods nieuwe wereld begonnen.

Daarom zijn we kerk. Om te groeien in de liefde van Christus. Daarom hebben Rolf en Daniëlle Lorèn vandaag mee naar de kerk genomen. Om voor haar te bidden: dat ze mag ontdekken hoeveel onze hemelse Vader van haar houdt. Dat ze zo vol van die liefde zal zijn, dat ze ervan overstroomt en uitdeelt aan anderen.

Dat is het doel van je leven. En hoe kom je daar? We lazen dat net:

 ‘Wij weten dat voor wie God liefhebben… alles bijdraagt aan het goede. Wie Hij van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij ook van tevoren bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon.’ (Romeinen 8:28-29)

Dat is ongelooflijk toch? Dat alles bijdraagt aan het goede. Alles, zelfs het grootste kwaad. Dat is alleen maar te geloven in Jezus. Het is alleen maar te geloven omdat het anders een te gemakkelijk praatje wordt: alles komt goed. Ja, hoe kun je dat geloven als je corona je hard raakt? Als je bijna overspannen je werk doet? Of juist je werk kwijtraakt? Als er steeds weer ruzie in je familie is over corona? Als je er slecht van slaapt? Alles komt goed, ja maar hoe dan?

Alleen kijkend naar Jezus kan ik dat geloven. Hij deelde echt in mijn en jouw pijn en angst en verdriet. Hij was doodsbang voor zijn arrestatie. Hij leed pijn. Hij was eenzaam. Hij was verdrietig. En toch het grootste kwaad, om Hem te doden, was het goede voor de hele wereld.

Alleen als ik daarnaar kijk kan ik het geloven: alles draagt bij aan het goede. We hoeven het kwade niet goed te noemen. Zeker niet, maar het kan wel meehelpen voor het goede. Het is als bij een geboorte. Ongetwijfeld had Maria weeën toen Jezus geboren werd. Vreselijke pijn. Ik heb me laten vertellen dat erger niet bestaat. Door die pijn heen werd de nieuwe koning geboren. De weeën, het kwade, hielp mee voor de geboorte van het goede.

Zo is het nog steeds. Christus wordt in je hart geboren, dat gaat door pijn heen. Maar ook de pijn werkt mee. Door de moeiten heen ga je meer lijken op Jezus. Ik wil niet zeggen dat ik dat altijd zo zie of merk. Paulus zegt ook ‘wij weten dat alles bijdraagt aan het goede’. Hij zegt niet: wij zien het of wij voelen het. Je ziet het niet altijd, en je voelt het niet altijd. Tegelijk: soms zie je er wel iets van. Misschien bij jezelf of bij een ander: Als je te maken krijgt met veel onzekerheden, dan kun je leren wat het is om te vertrouwen. Zeggen dat je vertrouwen hebt als alles goed gaat is niet zo moeilijk.. Als je te maken krijgt met ruzie, kun je leren om een vredestichter te worden. Als je lang moet wachten, kun je leren om geduldig te zijn. Als er veel tegenslagen zijn, kun je leren vertrouwen op God.

Corona brengt veel onzekerheid. Veel spanning. Veel onduidelijkheid. Maar is dus ook een mogelijkheid te groeien in vertrouwen. Een manier om te groeien in vrede stichten. Een manier om te groeien in volharding en geduld.

Dat lijkt misschien onmogelijk. Maar bij God is alles mogelijk.

Zorg dat je beschikbaar bent

Als je dat voor ogen houdt, kun je misschien net als Maria zeggen ‘De Heer wil ik dienen. Laat er met mij gebeuren wat u heeft gezegd.’

Dat is op zichzelf al een wonder als je dat zegt. Net zoals bij Maria. Vorige week lazen we – nu ja jullie, ik was er niet bij – hier in de kerk het verhaal van de oude Zacharias. Hij kreeg ook een boodschap van Gabriël. En Zacharias vroeg: hoe weet ik of het waar is? Voorstelbaar toch? Mooie woorden, maar hoe weet je dat het waar is.

En tegelijk Zacharias was al z’n leven lang gelovig. En een priester! En toch kan hij het niet zomaar geloven.

Maar Maria is een jong gewoon meisje. En zij gelooft met een enthousiasme dat misschien ook wel naïef over komt: laat het gebeuren. Let it be. Ik wil de Heer dienen.

Je ziet dat vaker bij jonge mensen. Waar ouderen meer van het leven gezien hebben en veel genuanceerder kijken, zijn kinderen en jongeren soms veel eenvoudiger in hun geloof. Ik geloof het. Nu kun je als volwassene niet gaan doen alsof je een kind bent. En je kunt ook niet altijd zomaar je vragen aan de kant schuiven. Maar tegelijk: luister ook naar jongeren, naar kinderen en laat je ook door hun geloof inspireren.

Want ook voor Maria was het niet gemakkelijk om dat te zeggen. Het is vast allemaal door haar heen geschoten: wat zal er gebeuren als ze straks ongehuwd zwanger blijkt? Wat zal Jozef zeggen en zijn familie? Wat zullen haar ouders zeggen? En als haar zoon voor altijd op de troon zal zitten, dan zal hij toch eerst de Romeinen moeten verjagen. Dat wordt oorlog geweld. Hoe loopt dat af? Maria weet wel dat Romeinen opstandelingen kruisigen.

En ondanks al die gedachten zegt ze: de Heer wil ik dienen.

Eigenlijk zegt Maria wat voor haar al veel anderen hebben gezegd. Als ze geroepen werden zeiden ze: zie, hier ben ik. Dat zegt Maria ook. Als je een iets letterlijker vertaling leest dan zegt Maria: ‘Zie, de dienares van de Heer.’ Hier ben ik, klaar om te dienen. Laat maar gebeuren wat U gezegd hebt. Hoe onmogelijk het ook klinkt.

Abraham zei dat ooit. Toen hij geroepen werd om zijn zoon Izaäk te gaan offeren. Ook een ongelooflijk verhaal. Dat hij dat moest doen. Dat hij dat wilde doen. En pas op het laatste moment werd tegengehouden. Abraham zei: hier ben ik. En door die houding en door wat hij deed wordt hij de vader van alle gelovigen genoemd. Zo zou je nu ook Maria de moeder van alle gelovigen kunnen noemen. Zij zegt, wat elke gelovige moet leren om na te zeggen: ‘de Heer wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’

Dat gebeurt ook hier in het gewone leven. Rolf en Daniëlle beloven dat vandaag ook – beschikbaar te zijn. Voor wat God doet en hoe God werkt. Beschikbaar te zijn voor Lorèn om haar te laten zien wie God is. Om eraan mee te helpen dat Jezus ook in haar geboren wordt.

Wat wil God jou en mij en ons samen als kerk leren ook door de coronacrisis? Dat lijkt misschien een gekke vraag. Maar je kunt het ook horen als een verwachtingsvolle vraag: God werkt ook aan zijn doel door de moeilijke dingen heen. Sta jij klaar om ook daardoor gevormd te worden? Durf jij het Maria na te zeggen: de Heer wil ik dienen, laat er met mij maar gebeuren wat u hebt gezegd?

Amen