Liefde is het doel van je opdracht

Preek bij de bevestiging van ambtsdragers over 1 Timoteüs 1:5

Inleiding

Echt liefde is het doel van je opdracht. Eenvoudiger kan het bijna niet. Dat is wat Heleen net met ons uit de Bijbel las en dat wil ik jullie als nieuwe ouderlingen, diaken of wijkwerker voorhouden. En tegelijk niet alleen aan jullie, maar aan iedereen: ‘het doel van je opdracht is echte liefde’ (1 Tim 1:5). Het doel van jullie werk is dat je ons leert om lief te hebben: om God lief te hebben en om elkaar lief te hebben.

Toen ik bij Verre Naasten – een zendingsorganisatie – werkte, had ik een directeur, Klaas Harink. Hij werkt er nog steeds. Hij zei ooit tegen mij zei dat zijn werk eigenlijk heel simpel was. Als hij ergens een beslissing over moest nemen, stelde hij zichzelf altijd de vraag: helpt het bij het doel van de organisatie? Als het antwoord op die vraag ‘nee’ was, dan wist hij dat we ons niet met die kwestie bezig moesten houden, als het antwoord ‘ja’ was, dan was het belangrijk en dan moest erover nagedacht worden, hoe we dit zo goed mogelijk konden doen.

Op die manier zou ik jullie vandaag deze tekst ook mee willen geven. (En aan iedereen) Je kunt heel ingewikkeld doen over werk in de kerk en soms is het ook ingewikkeld. En tegelijk houd het ook eenvoudig: het doel van je opdracht is echte liefde. Vraag je steeds af bij je bezig zijn in de kerk en bij wat je doet, of waar je voor gevraagd wordt in de kerk – helpt het bij het doel van mijn opdracht. Helpt mij en helpt het anderen om lief te hebben?

Redeneren ipv de liefde

Het lijkt zo voor de hand te liggen en toch het gaat zo vaak mis. In Efeze, waar Timoteüs aan het werk is. En ook hier in Kampen. In de gemeente van Efeze zijn er leiders die de wet van God willen onderwijzen. Ze verdiepen zich in allerlei geslachtsregisters, geboden, achtergronden, meningen, enzovoort. Maar Paulus noemt het ‘zinloos gepraat’, omdat ze al bezig zijnde de kern zijn kwijtgeraakt. Ze redeneren, discussiëren, denken na, geven les, vergaderen misschien, maar ze zijn kwijt, waar het om ging: om de liefde.

Zo kan het ook bij ons in de kerk gaan. En zo gaat het soms, of misschien wel vaak zo. Heel hard studeren en discussiëren en intussen kwijt raken waar het om gaat. Misschien heb je dat wel als je terugkijkt op hoe het vroeger in de kerk toeging. Er was veel aandacht voor kennis, voor je mening, voor discussie, maar de liefde voor elkaar kwam soms in het gedrang. Er werd waarheid gesproken zonder liefde. En dan wordt waarheid algauw een leugen.

Regelen, gevoel, beleving ipv de liefde

Maar ook op andere manieren kan het doel van ons werk uit beeld raken: door heel druk te zijn met het organiseren van de kerk. Met alles wat er moet gebeuren. En voordat je het weet, verlies je de mensen om wie het gaat uit het oog.

Het gebeurt. Dat we druk vergaderen, afspraken maken, plannen bedenken en dat sommige mensen vergeten worden.

Of het kan gebeuren dat je er vooral mee bezig bent met hoe het zo prettig, leuk mogelijk is voor iedereen. Je maakt er mooie plannen voor, maar van het echte contact met anderen komt niets terecht.

Het gaat om oprechte liefde

Nu kun je dat soort ontsporingen zien als foutjes, mislukkingen. We waren zo druk dat we elkaar vergaten. En misschien is dat voor een deel ook wel zo. Maar er zit denk ik ook wel een andere kant aan. Misschien gaat het ook wel mis, omdat we echte liefde ook lastig vinden.

Liefde heeft ook iets vaags, iets ongrijpbaars. En vooral: liefde gaat niet om jezelf allereerst. Als ik iets organiseer, iets doe, iets weet, iets uitleg, dan kan het stiekem toch om mij gaan. Kijk eens hoe goed ik dat doe! Dat is het probleem dat Paulus heeft met de leiders in Efeze. Die denken, schrijft hij verderop in zijn brief, vooral aan hun eigen positie en portemonnee. Ze willen beter worden van hun inzet in de kerk. In hun onderwijs over de wet willen ze laten zien hoe slim ze wel niet zijn.

En dan zegt Paulus: het gaat om liefde, die oprecht is. Liefde die echt niet om jezelf gaat, maar om een ander. Het is liefde die geen voorwaarden stelt, die niet eerst iets terug wil. Als je als kind merkt dat je ouders zonder voorwaarden van je houden, dan heb je de ruimte om te groeien en je te ontwikkelen tot een gezond mens. Maar als er voorwaarden aan die liefde zijn, als je ouders je uiteindelijk ook niet echt los willen laten, zodat je je eigen leven gaat leiden, dan kan het een verstikkende liefde zijn. Een liefde die je kleiner maakt, in plaats van groter. Oprechte liefde gaat om de ander. Ook in de kerk. Als je als jeugdleider vooral aardig gevonden wil worden en de jongeren niet echt ziet staan, dan kun je vaak niet zoveel voor ze betekenen.

Paulus zegt daarom: het gaat om liefde, die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en oprecht geloof. (1 Tim 1:5). Nu kun je je afvragen: bestaat zulke liefde wel echt. Lukt mij dat om zo lief te hebben. Zit er heel vaak niet stiekem ook niet een beetje – en soms veel – eigenbelang bij?

Ja, dat denk ik wel, dat dat bij de meesten van ons zo is. De liefde is nog niet volmaakt. ‘Het doel van je opdracht is oprechte liefde.’ Dat is de bestemming, maar we zijn daar nog niet.

Ouderlingen en wijkwerkers helpen erbij

Hoe leer je om lief te hebben? Hoe kun je daaraan werken dat je zelf meer leert liefhebben en dat anderen dat leren? Want de opdracht is niet alleen voor jezelf. Zeker niet. Juist als ouderling, wijkwerker of diaken ben je er ook om ons te helpen te groeien in liefde.

Om te kunnen liefhebben, om te kunnen groeien in de liefde hebben we allemaal liefde nodig. Vertrouwen. Weten dat je veilig bent. Het werk van de ouderlingen is onder andere ons daaraan te herinneren. Door als je het moeilijk hebt, je te herinneren aan Gods liefde. Erop toezien dat hier in de kerk ook Gods liefde wordt gepreekt en gevierd. Dat het daarom gaat in de hele kerk. Paulus zegt: het gaat om liefde uit een rein hart. Je kunt ook lezen: uit een gereinigd hart. Het gaat er niet om dat wij van onszelf nu zulke goede, fijne, warme, aardige mensen zijn. Dat zijn we niet – niet allemaal in elk geval. Het gaat erom dat we leren ontdekken dat God van ons houdt. Dat Jezus echt voor jou zijn leven gegeven heeft. Dat je echt bij Hem opnieuw kunt beginnen. Dan kun je anderen ook leren liefhebben.

Paulus gebruikt zichzelf als voorbeeld: Hij was iemand die vroeger de Heer Jezus bespotte, vervolgd heeft en belachelijk maakte. En toch: hij is welkom. Hij heeft een rein hart gekregen. Een nieuw leven.

Dat is een voorbeeld van Paulus om over te nemen. Toen ik stage liep als theologiestudent vroeg ik aan een oude ouderling hoe je dat nu doet –iemand waarschuwen of vermanen. Tegen iemand zeggen dat die op de verkeerde weg is. Hij zei: dat kan maar op een manier. Dat kan alleen maar als je echt naast iemand gaat zitten en laat zien – ik ben helemaal niets beter. Ik heb ontdekt dat dat waar is: niet boven iemand, maar naast iemand gaan staan. Dat is wat Paulus hier doet: ik heb minstens zo hard als jullie Gods genade nodig. En vertrouw er maar op, God geeft die.

Als ouderling en wijkwerker ben je er om ons liefde te leren. Dat is je opdracht. Dat doe je door te wijzen op de liefde van God. Op de genade die jezelf zo hard nodig hebt. Dat doe je ook door erop te wijzen als we de verkeerde kant op gaan. Als we de liefde kwijt dreigen te raken. Door ook te waarschuwen. Als je opdracht de liefde is, wil dat niet zeggen dat je ‘lievig’ bent. Soms juist niet: soms moet je de vragen stellen die bijna niemand anders durft te stellen.

Zelf kan ik zeggen dat daardoor mijn liefde voor God ook gegroeid is. Doordat er jaren geleden iemand was die eerlijk durfde te vragen wat ik echt dacht. Wat ik echt geloofde. Wat een opluchting was het om iemand dat te kunnen vertellen. Die toen niet veroordeelde, of mij als hopeloos afschreef, maar luisterde en ruimte gaf en aan het einde zei: zullen we bidden? Daar kunnen jullie ons als ouderlingen bij helpen. Om te groeien in de liefde. In ons persoonlijk leven, maar ook samen in de gemeente.

Om dit werk goed te doen begint het er natuurlijk bij dat je zelf ook de tijd neemt om de  liefde te leren. Vandaar dat we op de kerkenraadsvergaderingen ook altijd ruim de tijd nemen om Bijbel te lezen en te bidden.

En de diaken ook

Ook als diaken mag je ons helpen bij het grote doel de liefde. Dat we die leren. Jezus Christus kwam in de wereld om te dienen en was er voor veel mensen die in nood waren. Dat willen we in de kerk ook doen. Omzien naar iedereen die het moeilijk heeft. In de kerk mag niemand zonder troost leven in ziekte, eenzaamheid of armoede. En daarom moeten we gastvrij zijn, oog hebben voor elkaar en met elkaar delen van de goede dingen die we van God gekregen hebben. Dat is het doel en dat moeten we ook telkens weer opnieuw leren.

En om ons daarbij te helpen zijn er diakenen. De diakenen onderzoeken in de gemeente wat er nodig is, maar ook welke dingen mensen kunnen delen met anderen. Ze verzamelen de giften van mensen en zorgen dat die op de goede plaats terecht komen. Maar ze spreken ook mensen aan om zich in te zetten voor anderen. En ze bemoedigen mensen die hulp nodig hebben.

Op een heel bijzondere manier deed NN dat in het afgelopen jaar. Hij moest stoppen als diaken. Het ging niet goed met hem, hij was daar heel open over. Hij realiseerde zich hoe lastig dat was, maar juist deed hij dat. Om het goede voorbeeld te geven en anderen uit te nodigen dat ook te doen. Wat ook meteen gebeurde, vertelde hij me. Door zelf kwetsbaar te zijn werden anderen het ook. En ook werd hem en zijn gezin toen het nodig was veel praktische hulp aangeboden.

Zo zie je maar: soms kun je ons nog het meeste leren in je eigen kwetsbaarheid. Een beetje net als bij Paulus, voor wie dat dan weer op een andere manier gold. Juist omdat hij zelf zo verkeerd had gedaan, kon hij zo overtuigend vertellen van Gods genade.

Dat doen diakenen dus: ze leren de liefde door ons te stimuleren uit te delen, elkaar te helpen en hulp te ontvangen. Op een bijzondere manier zie je dat ook bij het Avondmaal. Aan het Avondmaal kun je zien dat we als gemeente een eenheid zijn – we eten allemaal van het ene brood. Juist de diakenen zorgen dan voor het brood en de wijn. Ook daar leren ze ons te delen. Om te groeien in liefde voor elkaar en voor alle mensen.

Tot slot

Het is heel eenvoudig: het doel van je opdracht, van je werk in de kerk is echte liefde. Niet moeilijk te begrijpen. Soms moeilijk om de goede keuzen te maken, maar vooral heel moeilijk om te doen soms. Daar hebben we echt elkaars hulp bij nodig. Om telkens weer aan elkaar te vertellen en te laten zien hoeveel God van ons houdt en daardoor ook te leren van Hem en elkaar te houden. Daarvoor krijgen wij vandaag ook niet ouderlingen, een wijkwerker en diakenen om het nooit te vergeten: God geeft een prachtige opdracht met één doel: de liefde.