Waarom doet God er niets aan?

Preek over Maleachi 2:17-3:5

Inleiding

Hoe kun je hier welkom zijn en tegelijk zulke harde woorden horen? We zongen net ‘met open armen word je ontvangen’ en ‘welkom in Gods huis.’ Vorige week stonden we daar ook bij stil – dat God onze Vader is dat we bij Hem welkom zijn. Bij Hem mag je je thuis voelen. Maar nu lezen we over God die komt om recht te spreken en hoe heftig dat is. ‘Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer hij verschijnt?’ Die woorden geven je misschien een veel minder een gevoel van welkom. Ik hoor regelmatig zelfs van mensen zeggen dat dat een van de redenen is waarom ze zijn afgehaakt aan de kerk. Het ging er zo vaak over het oordeel van God. Zo vaak klonken er woorden die eerder bang maakten dan uitnodigden. Je voelde je eerder veroordeeld dan welkom. De kerk die mensen veroordeelt, dat stoot af. En veel te vaak is dat verkeerd gegaan en gaat dat verkeerd.

De vraag

Maar hoe is dat bij God? Stoot God ook af met zijn oordeel? Stoot Hij jou ook af? Maar het gaat in de Bijbel ook vaak over Gods oordeel. Dat lijkt tegenstrijdig met genade en liefde. Maar dat is het niet. Liefde en goedheid kunnen niet zonder oordeel. Daar hoef je geen christen voor te zijn om dat te begrijpen. Het is juist iets dat ik vaak van niet-christenen hoor. ‘Ik geloof niet in God. Want als God er is en als Hij goed is, hoe kan het dat er dan nog steeds kinderen omkomen van de honger. Dat vrouwen in oorlogen worden verkracht en dat mensen uitzichtloos jaren en jaren in vluchtelingenkampen zitten?’ Als er een god was, dan zou Hij daar toch iets aan moeten doen?

[dia 1] Precies die vraag kom je ook bij Maleachi tegen: God lijkt alles wel goed vinden. ‘Iedereen die kwaad doet, doet wat goed is in de ogen van de HEER, zulke mensen bevallen hem.’ En dus komt de vraag: ‘Waar is nu de God die rechtspreekt?’ Als God echt de God van alle mensen is, dan kan Hij toch maar niet alles laten gebeuren en goed vinden? Laat Hij daar maar eens wat aan doen!

God zou niet alles goed moeten vinden. Hij zou juist het kwaad moeten veroordelen. God zou de misdaden van Isis, Al Qaeda en de Taliban moeten straffen en tegenhouden. God zou moeten voorkomen dat er kinderen van honger sterven. Dat criminelen hun gang kunnen gaan. Als jij alle macht zou hebben, zou je er toch iets aan. Is het niet misdadig om dat allemaal te laten gebeuren? Wanneer doet God er iets aan?

Pas op!

Maar dan is de reactie: God komt eraan. [dia 2] ‘De Heer waar jullie naar verlangen komt’, lazen we bij Maleachi. ‘Komen zal Hij.’ Maar… berg je dan maar! ‘Wie zal die dag kunnen doorstaan?’

Als Gods oordeel eindelijk komt om een eind te maken aan alle onrecht, blijven jij en ik niet buiten schot. Want dat er kinderen sterven van de honger, vluchtelingen nergens een veilige plek vinden of dat er mensen eenzaam zijn – heb jij en heb ik er alles aangedaan om dat voorkomen? Heb jij, heb ik iedereen altijd goed behandeld? Ja, ik heb mijn best gedaan. Maar was het genoeg?

De vraag: waarom maakt God geen einde aan oorlog, honger en onrecht kan ons ook gesteld worden: waarom maken wij er geen einde aan? Hoe kunnen wij mensen dat laten gebeuren.

Jij en ik zijn maar piepkleine radartjes in een veel groter geheel, maar dar geldt van vrijwel alle mensen. Zelfs de meest machtige mensen zijn afhankelijk van heel veel anderen. En samen laten we toch veel kwaad gebeuren. Onbedoeld meestal. En toch, het is te gemakkelijk om God de schuld te geven van onze puinhopen. Ieder van ons heeft donkere kanten die we liever verborgen houden, maar die samen voor heel veel kwaad zorgen.

Dus als God komt met zijn oordeel, wie overleeft dan? Hoe kan dat goed aflopen?

Jezus als oordeel

Hoe dat precies gaat is bij Maleachi nog niet duidelijk. [dia 3– Maleachi 3:2-3)] Wel is duidelijk dat Gods oordeel geen vernietiging betekent, maar zuivering. Er is de vergelijking met zilvererts, waarbij je met een heet vuur, het zilver uit het erts kunt smelten, zodat je zuiver zilver krijgt. Het oordeel van God is niet om ons of jou kapot te maken, maar om je te zuiveren. Om je tot een goed, een eerlijk en rechtvaardig mens te maken.

Maar hoe dan? [dia 4] ‘Let op, ik zal mijn bode zenden; hij zal de weg voor mij effenen.’ In het Nieuwe Testament wordt uitgelegd dat deze woorden van Maleachi over Johannes de Doper en Jezus gaan. Markus haalt Maleachi’s woorden aan en zegt: Johannes is de boodschapper die de komst van de Heer, van Jezus aankondigt (Markus 1:2).[1] En Jezus zal de zuivering brengen. [dia 5] Johannes de Doper zegt dit over Jezus: ‘Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;  hij houdt de wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal hij verbranden in onblusbaar vuur.’ Oordeel is ook bij hem ook scheiding. Hij gebruikt een ander beeld dan Maleachi – van het dorsen van het graan – hier gaat het over het scheiden van de graankorrels van het kaf – de vliesjes die om de graankorrels zitten.

[dia 6] Het is als in veel spannende films. Die eindigen om zo te zeggen vaak met een oordeel, met een gevecht tussen de goede en de slechte hoofdpersoon, tussen de goeden en de slechten. Of het nu The Hobbit is, Batman, Harry Potter, een cowboyfilm of Star Wars. Heel vaak zit er aan het einde  van de film een gevecht tussen goed en kwaad. Het is dan ook duidelijk wie goed en kwaad zijn. Wie er voor het goede gekozen en wie voor het kwade. Lange tijd is dat allemaal niet zo duidelijk – dat maakt juist het verhaal zo spannend. Wie is een verrader, wie blijkt toch goed en te vertrouwen? Dat wordt in de laatste scene duidelijk.[2]

Dat is ook wat Jezus laat zien. In de ontmoeting met Hem moet je een keuze maken: voor of tegen Hem. Met Jezus komt Gods licht in de wereld (Johannes 1:4-9) en nu wordt opeens duidelijk wat licht en wat donker is, wat goed en wat verkeerd is. En ook wie voor het licht kiezen en wie voor het donker. Er is geen grijs gebied meer.

Dit zegt Jezus bijvoorbeeld vlak voor zijn dood in het evangelie van Johannes: [dia 7] ‘Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden… Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is. Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. (Johannes 12:31, 46-48).

In de ontmoeting met Jezus wordt Gods oordeel geveld. Vandaar dat Jezus ook zegt: ‘Wie niet voor mij is, is tegen mij.’ En andersom: ‘Wie niet tegen mij is, is voor mij.’ Er bestaat geen grijs gebied meer. Het wordt duidelijk waar je staat.

Waar sta jij?

Een ontmoeting met Jezus is onthullend. En roept de vraag op: waar sta jij? Wie of wat vertrouw je? [dia 8] Als we nog even naar Maleachi kijken dan zien we dat met Jezus God komt om te getuigen tegen ‘tovenaars’. Een tovenaar dat is iemand die met magie de toekomst probeert te manipuleren, vast te leggen, zekerheden in te bouwen die er helemaal niet zijn. Maar Jezus roept je op Hem te vertrouwen. Vertrouw me maar, want het komt goed. Zelfs als je met een kruis op je rug op weg naar Golgotha bent.

Jezus is gekomen om te getuigen tegen echtbrekers. Mensen die hun trouw en liefde opgeven. Maar Jezus roept op om niet te scheiden wat God heeft samengevoegd. Om elkaar niet op te geven (en ja, soms is de mogelijkheid van ons menselijk kunnen bereikt. Soms houd je het echt niet meer vol. En ga je uit elkaar. Maar zie dat niet als iets gewoons, maar als iets uitzonderlijks – zo is het niet bedoeld!) Blijf trouw. Ook als je nog ‘gewoon’ bij elkaar bent. Hou elkaar vast, neem de tijd voor elkaar.

Jezus getuigt tegen mensen die meineed plegen, die eigen belang voor eerlijkheid stellen. Die dagloners uitbuiten, anderen zo goedkoop mogelijk te laten werken. Het onderdrukken van de zwakken, van degenen zonder inkomen (wezen en weduwen in de taal van de Bijbel). Jezus keert zich tegen wie vreemdelingen geen plaats gunnen. Ja, integratie is lastig, ja het brengt risico’s met zich mee, maar we mogen vluchtelingen niet een veilige plek gunnen.

En realiseer je nog even hoe bijzonder het is dat je dat bij Maleachi leest. Vlak hiervoor ging het er nog over dat Maleachi – misschien herinner je je het nog van vorige week – benadrukt dat Israël zich niet moet vermengen met andere volken. Ze moeten hun eigen identiteit bewaren in alle opzichten. Dat ging toen veel verder dan nu van christenen gevraagd wordt. En toch: ze moeten ook al beschermen ze hun eigen identiteit vluchtelingen een plaats geven. Is dat spannend, is dat lastig? Ja. We hoeven daar niet naïef over te zijn. Maar het kan en het moet, zegt Maleachi, vanuit ontzag voor de HEER.

Juist als je weet wie God is en wat Hij doet, kun je je inzetten voor eerlijkheid, recht, goede lonen ook in lage lonen landen of een goede prijs voor melk, vlees of akkerbouwproducten voor de boer.

Het gaat bij het geloof in Jezus over zulke praktische dingen. En daar roept Hij je tot een beslissing: sta jij in het donker of het licht?

Hij staat naast je in het oordeel

[dia 9] Dat oordeel van Jezus kun je raken. Hoe kunnen we het dan ooit goed doen in deze wereld. De kleren die je aanhebt, weet je er zeker van dat alle mensen die erbij betrokken zijn: van de katoenplantage tot aan de bezorger goed behandeld en betaald zijn? Heb je je altijd volledig ingezet om trouw en goed te zijn voor de ander?

Ik denk niet dat iemand daar ‘ja’ op kan zeggen. Het oordeel van God treft ons allemaal. Maar het is geen vernietigend oordeel. Het is zuiverend. Het is heftig, maar Jezus is niet gekomen om te veroordelen, maar om voor wie zich aan Hem verbindt het oordeel weg te nemen. Om weer opnieuw te beginnen. Hij ging in onze plaats staan. Dat zie je bij de doop.

 Als je christen wordt, dan begin je een nieuw leven. Je gaat onder water – vaak wordt dat uitgebeeld door wat druppels water – je verdrinkt er als het ware, om helemaal opnieuw te beginnen. Bij de doop klinken ook heftige woorden. Er wordt deze vraag gesteld: [dia 10]

‘Erken je dat je zondig en schuldig ter wereld bent gekomen en dat je van nature niet kunt doen wat goed is in Gods ogen? Besef je dat je daarom blootstaat aan Gods toorn? Beken je dat je de geboden van de Heer vaak hebt overtreden met zondige gedachten, woorden en daden?’ Bijna dezelfde vraag stellen we de ouders van een kind dat hun kind wil laten dopen: Erkennen jullie dat dat … zondig en schuldig ter wereld is gekomen en daarom aan allerlei ellende en zelfs aan het eeuwig oordeel onderworpen is…?

Wij moeten echt gezuiverd worden, opnieuw worden gemaakt om goede mensen te zijn. En daarom komt God met zijn oordeel. Om duidelijk te maken wat donker en wat licht is. En om je uit te nodigen om in het licht te gaan staan. Dat kan, want Jezus is de rechter die tegelijk ook aan de kant van de veroordeelde gaat staan en zich laat veroordelen om vrijspraak te kunnen geven aan veroordeelden. Als je in het licht staat en tegelijk zie je nog veel duisternis in je. Wanhoop dan niet. De rechter is gekomen om je helemaal zuiver te maken.

[dia 11] Bij de doop wordt tenslotte ook gevraagd of je dit gelooft, ‘dat Jezus Christus je als je redder gegeven is en…dat God je door Christus’ bloed al je zonden vergeeft?’ En bij de doop van een kind wordt aan de ouders gevraagd of ze geloven ‘dat hij of zij toch in Christus voor God heilig is en daarom als lid van zijn gemeente gedoopt behoort te zijn?’ God komt om te oordelen. Dat oordeel is bedoeld om je zuiver te maken. Om je scherper te laten zien wat donker en licht is, om vernieuwd te worden en dagelijks te kiezen voor het licht en steeds meer op Jezus te lijken.

[dia 12] Misschien iets om nog eens over door te denken en te praten

  • waar voel jij je aangesproken in het oordeel van God?
  • kun je je donkere kanten voor God erkennen?
  • Waar in je dagelijks leven wil je (opnieuw) kiezen voor het licht in plaats van voor het donker (kijk eventueel nog eens in Maleachi 3:5)

Uitleiding

[dia 13] Als je in de wereld om je heen kijkt, kun je je soms afvragen: doet God er dan niets aan? Mag al dat onrecht maar voortduren? Het is een vraag die God ook aan ons stelt: wat doen jullie, wat doe jij eraan? Hij wil je nieuw maken, zuiveren zodat je iemand bent die zich inzet voor eerlijkheid, voor gerechtigheid. Door Jezus dringt Hij aan op een keuze. Waar sta jij? Dat is een proces van oordeel. Een pijnlijk proces. Maar ook goed, want je mag en kunt dat doen met Jezus. Hij is door God aangewezen als rechter en Hij zal je als je op Hem vertrouwt nieuw en zuiver maken.

Amen


[1] Markus combineert de profetieën van Maleachi met die van Jesaja maar noemt in zijn citaat alleen Jesaja. Er zijn ook handschriften van de Griekse tekst die in plaats van Jesaja algemeen ‘de profeten’ hebben, daar baseert o.a. de HSV zich op.

[2] Ik heb het beeld ontleend aan Tom Wright, John for Everyone, part 2, 39.