Hij weet alles over mij!

3 preekjes over Johannes 4:1-42 af te wisselen met de Bijbellezingen

Nooit meer dorst (4:1-14)

Heb je dorst? Waar verlang je naar? Wat heb je echt nodig om gelukkig te worden?

Ken je dat gevoel, dat je iets heel moois meemaakt en dat het ook een beetje pijn doet? Je ziet een prachtige zonondergang. Echt schitterend. Perfect moment. Prachtige kleuren in de lucht en je bent samen met iemand van wie je houdt en toch voel je ook een soort weemoed, verdriet bijna. Je weet eigenlijk niet eens goed waarom. Is het omdat je weet dat het niet altijd zo is? Is het omdat je het niet vast kunt houden?

Ken je dat gevoel? Misschien heb je het bij prachtige muziek of na een leuk feest. Er blijft ook iets van een verlangen achter, dorst die je niet helemaal gestild hebt.

Of misschien heb je het meer met andere dingen: misschien verlang je wel naar eerlijkheid. Als je in de wereld om je heen kijkt en je ziet hoeveel mensen er slecht behandeld worden. Vluchtelingen die in de steek gelaten worden. Kinderen die in een oorlog mee moeten vechten. Of dichterbij: mensen met een kleur die gediscrimineerd worden, een homo of een lesbisch iemand die niet helemaal meetelt. Je hebt dorst naar eerlijkheid.

Of misschien heb je dorst naar een goede relatie. Dat er iemand is voor je die je echt kent en tegelijk echt van je houdt en waar jij ook van kunt houden. Maar mensen vallen vaak tegen. En zelf val je je misschien ook wel tegen. En soms zelfs als je wel een vriend of een vriendin, een vrouw of een man hebt, dan is het lang niet altijd zo fijn en zo mooi als je zou willen.

Misschien heb je ook wel dorst naar God. Hij lijkt soms zo ver weg. Soms merk je zo weinig van Hem. Voelde je Hem maar dichterbij. Voelde je leven maar niet zo leeg. Had je maar het gevoel dat het meer zin en betekenis heeft.

Zoveel verlangens. En van al deze verlangens zegt Jezus: heb je dorst, drink dan van het levende, stromende, water dat ik je geef. Jezus belooft vervulling van al die verlangens. Hij brengt eerlijkheid. Hij laat God zien. En hij wil je leren wat echt liefde is. En ook dat gevoel van verlangen dat nog niet af is, daar heeft Hij het over – Hij noemt dat het koninkrijk van God, Gods nieuwe wereld die eraan komt.

Drink van het water dat Jezus geeft en je zult nooit meer dorst hebben. Dat is nogal een stellige uitspraak. Je zult zelfs een bron worden, zodat je ook anderen hun dorst kunt lessen. Wie drinkt van het water dat Jezus geeft, kan zelf ook weer uitdelen.

Misschien klinkt dat te groot om waar te zijn, maar laten we verder lezen, dan lezen we een verhaal uit de praktijk hoe dat kan gaan.

Geest en Waarheid (4:15-26 )

Ik heb er net niet zo bij stil gestaan, maar het is belangrijk om naar die vrouw te kijken met wie Jezus in gesprek is. Het is een vrouw aan wie Jezus te drinken, maar ik denk dat ze zelf ook grote dorst, grote verlangens heeft.

Ze heeft vijf verschillende mannen gehad en ook nu heeft ze een verhaal. Wat is er aan de hand? Jagen mannen haar steeds weer weg? Of loopt ze zelf bij hen weg omdat ze niet voldoen? Of heeft ze ongelooflijk veel pech en zijn al die mannen telkens gestorven?

Dat lijkt niet zo waarschijnlijk. Ook niet omdat ze midden op de dag water gaat putten. Niet het meest logische moment. Er is ook verder niemand. Terwijl water putten juist zo gezellig kan zijn. Samen met de andere vrouwen – in veel culturen is dat de taak van vrouwen – water hallen en bij de put de nieuwtjes uitwisselen, een beetje roddelen. Maar deze vrouw gaat in haar eentje midden op de dag naar de bron. Misschien is ze liever niet met de andere vrouwen. Misschien kletsen die vrouwen juist wel over haar. Zij die al vijf mannen heeft versleten en nu aan de zesde toe is.

Ze heeft wel diepe verlangens, maar ze durft de woorden van Jezus – wie bij mij drinkt, zal nooit meer dorst hebben –  toch niet gelijk serieus te nemen. Ze maakt er maar een grapje van: ’geef me dan van dat water. Dan heb ik nooit meer dorst te hebben en hoef ik ook niet hierheen te komen om water te putten.’

Maar Jezus laat zich niet afschepen. Hij wil deze vrouw echt te drinken geven en dus zegt Hij: ‘haal je man eerst maar, dan praten we verder.’ En weer probeert ze Jezus te ontwijken: ‘ik heb geen man.’

Gek is dat, maar misschien herken je het ook wel – als iemand aanraakt wat je echt nodig hebt in het leven. Je echte verlangen aanraakt, dat je daar niet zomaar aan wilt. Stel je voor dat je straks toch teleurgesteld wordt.

Maar Jezus geeft niet op: Je hebt gelijk. Je hebt vijf mannen gehad en degene die je nu hebt is je man niet.

De vrouw is geschokt. U moet wel echt een profeet zijn.

Ze lijkt niet goed te weten wat ze ermee aan moet. Misschien aarzelt ze ook nog wel – kan ze deze vreemde man vertrouwen? Het is een Jood. Die willen over het algemeen niets met Samaritaanse vrouwen te maken hebben. Hoe kan zo iemand dan een Samaritaanse vrouw om drinken vragen?

De Samaritanen dienden God ook wel, maar toch wel op een heel andere manier. Misschien zou je het nu het beste kunnen vergelijken met christenen en moslims. Moslims hebben het ook over Abraham (Ibrahim) en David (Dawud) en Jezus (Isa), maar veel christenen zullen toch denken dat moslims ernaast zitten. En andersom ook. Ook de Samaritanen geloven dat zij echt weten hoe ze God moeten dienen en dat de Joden er teveel bij bedacht hebben. De Joden hebben hun tempel in Jeruzalem gebouwd, de Samaritanen geloven dat je God moet dienen op de Gerizim. Daar stond ooit Jozua en –  volgens de Samaritanen – bouwde Jozua daar ook een altaar.  De Samaritanen hebben daar later ook een tempel gebouwd, die door de Joden verwoest werd.

Er is een lang religieus trauma. Kan zij deze Joodse profeet wel vertrouwen?

Moet je God dienen op deze berg of in Jeruzalem, vraagt ze daarom. Jezus houdt vast aan zijn Joodse identiteit – ‘Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden.’ Toch gaat het uiteindelijk niet om Jood zijn of Samaritaan. En het gaat er niet om dat je God op de goede berg vereert.

God is geest, zegt Jezus, en dus moet je Hem aanbidden in Geest en waarheid.

Wat betekent dat? ‘God is Geest’? Je kunt ook lezen: ‘God is Adem of God is Wind’.  Adem, wind en geest, dat is hetzelfde woord in de Bijbel. Adem dat is wat leven geeft. Dat is wat God doet: Hij geeft leven. Echt leven. God gaat het er niet om dat jij je aan de goede regels houdt. God is het leven, Hij is degene die leven, adem geeft. Hij wil het echte leven. Een leven dat stroomt, zoals dat levende water dat Jezus geeft. Een leven dat ademt.

God vereren dat doe je niet door de goede rituelen te doen – al kunnen rituelen echt wel helpen – maar dat doe je in het echte leven, in oprechtheid, met alles wat er in je is. Ook met die geschiedenis met die zes mannen, wil Jezus tegen die vrouw zeggen. In Geest, in echt leven en in waarheid.

Dat is iets wat we hier in de kerk ook telkens weer te binnen moeten brengen: het gaat niet om de kerkdiensten, belijdenis doen, of welke liedjes we zingen. Het gaat vooral om dit: dat we in het echte leven eerlijk God zoeken en aanbidden en met Hem leven.

Hoe dat kan en hoe je dan voor anderen een bron van levend water kan worden, lezen we in het vervolg.

‘Hij weet alles van me’ (4:27-30; 39-42)

Misschien vind je de preek en de Bijbeltekst en de preken tot nu toe ook wel een beetje vaag: levend water drinken, een bron worden, God aanbidden in Geest en in waarheid. Wat is dat dan precies? Hoe ziet dat eruit?

Dat hebben we eigenlijk net gelezen. Hoe dat eruit kan zien. Dat is wat er met deze vrouw gebeurt.

Ze heeft haar weerstanden tegen Jezus’ beloften overwonnen. Ze is overtuigd. Ze gelooft hem. En zo heeft ze gedronken van het levend water.

Moet je maar kijken wat er gebeurt. Ze gaat terug naar de stad. En ze zoekt daar de mensen op. Die mensen die ze liever uit de weggaat. De mensen die stil vallen als zij er aan komt. Die mensen die haar niet meer serieus nemen.

Ze gaat naar die mensen toe en zegt: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de beloofde Messias, de beloofde Redder, de Profeet zijn?’

Waarom is ze daar zo enthousiast over? Iemand die alles van je weet. Daar zou je toch eerder zenuwachtig van worden. Wij doen toch juist ons best om te zorgen dat niet alles van ons bekend wordt. Stel je voor dat iemand echt alles van je weet. Wat je op je slechtste momenten denkt of doet. Dan zou je je toch niet veilig voelen?

En deze vrouw – ze voelt zich niet op haar gemak bij de vrouwen uit haar stad, waarom dan wel bij deze Jezus?

Laten we nog een keer naar het hele verhaal kijken. Ze gaat in haar eentje naar de bron buiten de stad. Daar spreekt Jezus haar aan. Een Jood, een man. Hij vraagt haar te drinken. Zeker weten dat hij daar onrein van zou worden volgens zijn wetten. Wij kunnen ons er na alle coronamaatregelen iets bij dat gevoel denken. Drinken uit de dopper van iemand anders, no way. Zo was dat zeker ook voor Joodse mannen t.o.v. Samaritaanse vrouwen. Maar het is geen dommigheid van Jezus. Hij weet alles van deze vrouw, hij wist het al en toch vraagt hij haar. Andere vrouwen uit haar eigen stad, gaan haar uit de weg, maar Hij niet. En Hij biedt haar echt leven aan.

‘Hij weet alles van mij. En toch ziet Hij me zitten. Toch laat Hij me niet in de kou staan. Hij moet wel de beloofde zijn, die het echte leven brengt.’

Jezus weet alles van je en toch ziet Hij het helemaal met je zitten. Kijk, dan kun je echt gaan leven. Als je je niet meer beter hoeft voor te doen. Als je de pijnlijke kanten van je leven niet hoeft te verstoppen, maar als daar ruimte voor komt en je echt mag leven. Dat gebeurt hier.

De mensen uit het stadje zijn verbaasd. Waar is deze vrouw zo enthousiast over? Ze gaan kijken en gaan geloven door wat ze zegt: Hij weet alles over me. Bij hem ben je veilig. En na verloop van tijd zeggen ze: we hebben het zelf ook ontdekt. Eerst geloofden we het omdat jij het zei, maar nu zien we het zelf ook: bij Jezus is echt leven te vinden!

Dat is ook een uitnodiging voor iedereen hier. Misschien heb je dat leven bij Jezus ontdekt. Zoals die vrouw. Zoals ook de jongeren die vandaag belijdenis doen. Misschien ben je het kwijtgeraakt. Misschien is je verlangen naar het echte leven ondergesneeuwd door alles wat je hebt meegemaakt. Maar Jezus nodigt je uit: kom bij mij, bij mij is het echte leven te vinden.