Gaan je ogen al open?

Preek over Lucas 24:13-35

Inleiding

Gaan je ogen al open? Zie je het al? Deze dagen hebben velen van ons een wazige blik op de wereld gehad. Voor veel dingen heb je misschien minder aandacht dan anders. ‘Laat maar even zitten’, denk ik deze dagen regelmatig. Je kijkt naar alles door een waas van tranen.

En tegelijk kan het zijn dat je scherper ziet dan ooit. Dat je ziet waar het echt om gaat. Wat echt belangrijk is. En misschien ook, dat je meer dan ooit iets van God ziet.

Al kan dat ook juist niet zo zijn, dat je je verbijsterd afvraagt: waar is God? Hoe kan dit? Waarom…

Vandaag lazen we in de Bijbel ook over twee mensen die de ogen vol tranen stonden en zich verbijsterd afvroegen: hoe kan dit? Waarom… Hun ogen waren vertroebeld en dus herkennen ze Jezus niet. En toch is Hij heel dichtbij.

Pasen

Vorige week zondag vierden we Pasen…

 We lazen toen het verhaal van het open graf. Wat daar gebeurd is, is niet te bevatten. De vrouwen en Petrus, ze zien het lege graf. Ze weten van de woorden van Jezus – dat Hij zou opstaan uit de dood. Maar het lijkt maar nauwelijks tot hen door te dringen. Grote woorden: Jezus is opgestaan, maar wat betekenen ze? We lazen hoe Petrus diep in gedachten wegloopt bij het graf en hoe de andere leerlingen het maar kletspraat vinden wat de vrouwen zeggen.

Je kent de woorden. Jezus is opgestaan. Jezus heeft de dood overwonnen. Maar het kunnen ook woorden zijn die te groot voor je zijn. Wat betekent dat voor het hier en nu, wat moet je je daarbij voorstellen? Wat betekent dat, hoe vind je er troost in, nu we zoiets vreselijks hebben meegemaakt.

Ik hoop en bid dat het Bijbelgedeelte vandaag ons er een beetje bij kan helpen. Waar Lucas eerst vertelt hoe groot en overweldigend Pasen is. Hoe slecht het op onze werkelijkheid past, vertelt Hij nu hoe Jezus toch in de verbijstering, in het gewone leven van twee leerlingen zichtbaar wordt.

Ze zijn onderweg. Ze zijn verbijsterd. Ze hadden grote verwachtingen van Jezus. Ze dachten dat Hij zijn volk zou bevrijden, maar Hij is ter dood veroordeeld en gekruisigd. Dat is al drie dagen geleden, zeggen ze. Ze zien geen licht meer. Ze zijn Jezus kwijt.

Dat is niet voor het eerst. Lucas heeft eerder een verhaal van twee mensen onderweg, drie dagen na het Pesachfeest. Het zijn Jozef en Maria die na het Pesachfeest ook weer naar huis gaan, maar dan Jezus kwijt zijn. Ze zoeken wel drie dagen en dan pas vinden ze Hem in de tempel waar Hij bezig is met de dingen van zijn Vader. Hij is verontwaardigd: ‘Waarom hebt u naar mij gezocht? Wist u niet dat ik met de dingen van de Vader moest bezig zijn?’

Nu klinkt er weer verontwaardiging van Jezus. Feller nog: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben?’ Jullie zouden toch beter moeten weten.

Lucas vertelt die twee verhalen. Wil hij misschien duidelijk maken dat het vaker zo gaat? Dat mensen, jij en ik soms ook, Jezus kwijt zijn. Dat je Jezus niet vindt ook omdat je niet op de goede plek zoekt?

Brandend hart

Jezus helpt de leerlingen hem te herkennen. Maar Hij doet dat op een bijzondere manier. Hij opent hen niet in één klap de ogen. Hij zegt niet: ik die nu met je in gesprek ben, ik ben Jezus. Kijk maar goed.

Hij doet iets anders. Hij geeft ze meer dan een bijzondere ervaring. Hij geeft onderwijs, uitleg. Zodat ze meer begrijpen van wat er gebeurd is en dat ook weer door kunnen geven. Wat Jezus hen leert staat precies tegenover wat ze begrepen hadden. Ze zeggen: Hij is ter dood veroordeeld en gekruisigd, terwijl wij dachten dat Hij de Bevrijder was, maar hij is gekruisigd. Jezus draait het helemaal om: Hij is ter dood veroordeeld en gekruisigd, omdat Hij de Bevrijder is.

Hij is de Messias, de Gezalfde, de Koning van God en daarom moest Hij juist lijden. Door Jezus zien we dat God heel anders is dan wij zouden denken. Ik denk dat wij bij God gemakkelijk vooral denken aan macht, aan alles kunnen. Daar houden we ook van. Van mensen die veel kunnen en veel voor elkaar kunnen krijgen. Die problemen oplossen.

Zo hadden de leerlingen ook naar Jezus gekeken. Ze zeggen: Jezus van Nazaret was een machtig profeet in woord en daad. Macht. Dat is wat we graag zien. Maar Jezus zegt: God is niet alleen maar op de plek van kracht en macht te vinden. Kijk maar in de Schriften, de Bijbel zoals die er was in Jezus’ tijd. Dan zie je heel iets anders over God.

Wat zou ik er graag bij geweest zijn toen Jezus de Bijbel uitlegde. Maar we kunnen vanuit het Nieuwe Testament wel een idee hebben waar Jezus de nadruk op gelegd heeft. ‘Hij begon bij Mozes en de profeten’, schrijft Lucas. ‘Mozes’, dat is de aanduiding van de eerste vijf boeken van de Bijbel. Het grote verhaal is daar de bevrijding van een groepje slaven uit Egypte. God is niet allereerst de God van de machtige Egyptenaren, maar van hun slaven. God leeft mee met hun gejammer en hun pijn op hen richt Hij zich. Als Hij hen bevrijdt, komen ze niet in een klap in het beloofde land, maar moeten ze jaren door de woestijn trekken. Kennelijk is God een God die juist bij degenen die pijn lijden, die het moeilijk hebben.

Ooi bij de profeten lees je over Gods hart, zijn betrokkenheid. Bij mensen die vluchtelingen zijn in Babel. Van wie alles is afgenomen. Zij lijken geen toekomst te hebben, maar juist hen beloofd God toekomst. En daarvoor zal zijn Koning, zijn Messias juist het lijden op zich nemen. Hij deelt in hun lijden om daardoorheen tot glorie te komen. Zoals Israël door slavernij en woestijn in het beloofde land kwam. En de vluchtelingen door de ballingschap heen Gods grote plan met de wereld ontdekten.

Dat is de weg die God met mensen gaat.

Die uitleg maakt iets los bij de leerlingen. Als ze bij hun huis aankomen, dan doet Jezus alsof Hij verder wil gaan. Stelt Jezus hen op de proef? Test Hij hen, of ze Hem echt willen? In elk geval dringt Hij zich niet op.

Maar de leerlingen nodigen Jezus uit ‘Blijf bij ons, want het wordt al laat.’ Ze willen Jezus niet laten gaan. En als ze dan thuis zijn gaan ze aan tafel. Niet de Heer des huizes breekt zoals gewoonlijk het brood en spreekt het zegengebed uit, maar Jezus doet dat. Misschien een gebed dat Joden altijd uitspraken bij het brood ‘Gezegend bent U God, koning van de wereld, die het brood uit de aarde laat voortkomen’. Jezus breekt het brood en dan in een flits worden de ogen van de leerlingen geopend. Opeens zien ze het: het is de Heer!

In één flits is alles anders geworden. Van wanhopig worden ze weer hoopvol. Van somber blij.

Ogen geopend

De woorden die Lucas gebruikt verwijzen al weer naar een ander verhaal. Op een van de eerste bladzijden van de Bijbel gaan ook de ogen van twee mensen open als zij eten. De eerste man en vrouw eten van de vrucht die God verboden heeft, hun ogen gaan open en zij zien dat ze naakt zijn. Van vrede en geluk, vervallen ze in angst en schaamte. De wereld wordt nooit meer zoals die was.

Maar nu dan toch wel: Jezus breekt het brood en de ogen gaan open. Ze zien Jezus. En daarmee wordt alles anders.

Hoe komt het dat ze nu Jezus herkennen? Had Jezus een speciale manier van het brood breken of van de zegebede uitspreken?

Lucas vertelt het er niet bij. In elk geval heeft ook iets te maken met wat Jezus al deed – de Schriften aan hen uitleggen – dat opende hun harten. Ja, zo is God. Betrokken bij wie lijdt, wie verdriet heeft, wie in de verdrukking zit. Voor hen is Hij niet te hoog en te ver weg. Juist naar hen komt Hij toe. Juist hen zal Hij bevrijden. Misschien was dat het wel: zagen de opeens zijn handen en de gaten erin. Ja, zo is Jezus, Hij draagt ons lijden!

Hun hart brandt in hen en dan bij het breken van het brood worden hun ogen geopend en herkennen ze Hem. Dan zien ze Jezus.

Het is een unieke ervaring en tegelijk heeft die ervaring zich in de levens van heel veel christenen op een bepaalde manier herhaald.

Dat je leest in de Bijbel of er uit hoort voorlezen, hoort vertellen thuis aan tafel, bij je moeder op schoot, op school, in de kerk en dat je ergens van binnen voelt – dit is belangrijk. Hier gaat het om. Dit doet ertoe.

En dat is niet iets oppervlakkigs. Jezus spreekt over ‘al de Schriften’. Heel die Bijbel doet ertoe. Het is zinvol om te blijven lezen, te blijven studeren, te blijven luisteren. Denk niet dat je alles al weet. En vooral probeer steeds meer van Jezus in de Bijbel te ontdekken.

In de verhalen over Jezus, maar ‘in al de schriften’. Juist ook zo’n vreemd verhaal als dat van Job waar het een paar weken geleden over ging. Juist deze dagen hoorde ik van verschillende mensen dat ze daarin moesten denken. De onbegrijpelijkheid van God en toch altijd de mogelijkheid om Hem aan te blijven spreken en Hem al je vragen te stellen. In Job is ook iets van Jezus zichtbaar die roept vanaf het kruis: ‘Waarom…’

En als je dan in de hele Bijbel Jezus begint te zien, dan kan het zijn dat je Hem ook herkent als het brood gebroken wordt. Als je samen aan tafel zit. Als je elkaar ontmoet en niet alleen bent en ziet – hier is God. Als het brood van het Avondmaal je gegeven wordt en ziet: hier is Jezus.  Of zoals de leerlingen het zeiden dat Jezus zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

Om Jezus te kennen is beide nodig: kennis van de Bijbel en het aan tafel zitten en samen te eten en het brood te delen. Te ervaren dat je samen bent en dat in dat samenzijn God aanwezig is. Dat Jezus zijn lichaam geeft om te overleven in deze wereld en voorbij deze wereld. Voedsel voor het eeuwig leven.

Op weg gaan

De leerlingen zien Jezus en dan wordt Hij onttrokken aan hun blik. Er staat niet dat Jezus weggaat, maar ze zien Hem niet meer. Maar kennelijk is dat geen probleem. Wat Jezus hen geleerd heeft en het brood dat Hij met hen gebroken heeft. Dat is genoeg.

Nog net zeiden ze tegen Jezus dat het al donker werd en dat je dan niet meer op de weg moet zijn, maar ze besluiten onmiddellijk het hele eind naar Jeruzalem weer terug te lopen. Dit moeten ze verder vertellen!

Nu

Gaan jou ogen al open? Brand je hart en word je er warm van – Jezus die juist ook nu bij ons is? Of ben je nog onderweg zoals die leerlingen – somber gestemd. Bedroefd en teleurgesteld en herken je Jezus niet? Als dat zo is – houd vol, geef niet op. Blijf Hem zoeken, Hij zal zich laten vinden.

Want hoe dan ook – Hij is opgewekt uit de dood en gaat met ons op weg. Hij zal zich bekend maken telkens weer door de Schriften en het breken van het brood. Tot de dag dat we Hem voor altijd zullen zien en we samen met allen die ons zijn voorgegaan aan tafel zitten. Dan zullen onze ogen voor altijd geopend zijn en zullen we Hem zien zoals Hij is.