Doctor Strange en waar het echt om gaat

Preek over Lucas 10:38-42

Wat neemt je in beslag?

Wat neemt jou helemaal in beslag? Wat krijgt al jouw aandacht? Ik doe het niet zo vaak, maar soms game ik. Ik merk dat iets is wat me helemaal in beslag kan nemen. Ik vergeet de tijd. Ik merk niet meer wat er om me heen gebeurt. Als je ook gamet, herken je het misschien wel. Of misschien heb jij het met een goed boek, een film, een spel, een hobby. Je bent er zo druk mee bezig, dat je moeder of je vader, of je man of je vrouw wel drie keer moet roepen voor het eten. Je was het alweer vergeten.

Het hoeven trouwens niet alleen maar hobby’s te zijn die je helemaal in beslag nemen. Het kan ook je werk zijn. Je telefoon. Het nieuws. Of zelfs de zorg voor een ander. In de Bijbel lazen we over Marta: zij werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze betekent veel voor anderen: ze ontvangt Jezus gastvrij in haar huis.

Ik moet bij dit Bijbelgedeelte denken aan een film die ik laatst zag. Ook over iemand die – in de film dan – veel voor anderen betekent: Doctor Strange. Als je van Marvel films houdt en hem nog niet gezien hebt, dan moet je die zeker zien. Ik vond het de beste. En zelfs als je niet van films met superhelden houdt, is deze misschien wel de moeite waard. (Ik zal proberen niet teveel te spoilen als ik over de film vertel, dan blijft hij spannend.) Dokter Strange is een briljant hersenchirurg. Hij redt de levens van heel wat mensen. Mensen die ongeneeslijk beschadigd zijn, weet hij te genezen. Hij doet er alles aan om een heel goede dokter te zijn. Daar wordt hij helemaal door in beslag genomen. Het is geen aardige man. Misschien zijn mensen die helemaal door iets in beslag genomen dat vaker niet. Je bent zo druk met je werk, je hobby, dat je geen echte aandacht voor een ander kan hebben.

Zorgen en je ergeren

Of dat bij Marta ook zo was, weet ik niet. Ze doet juist haar best om gastvrij te zijn, het haar gasten naar de zin te maken. ‘Welkom, welkom’, zegt ze met een vriendelijke glimlach. Ze maakt zich druk: Heeft iedereen een plek om te zitten? Ze loopt heen en weer met glazen drinken. Ze stuurt iemand nog snel naar de winkel voor het missende ingrediënt bij het eten straks. Als iedereen het maar goed heeft. Als het maar lukt om een goede gastvrouw te zijn.  En ze kijkt naar haar zus. Ze probeert hints te geven: kom ook ’s helpen. Maar Maria ziet het niet. Zij is in beslag genomen door Jezus. En Marta begint te zuchten. Misschien zet ze de glazen extra hard voor haar gasten neer, maakt ze wat meer herrie in de keuken. Maar Maria, ze reageert nergens op. En dan houdt ze zich niet meer in: ‘Heer, kan het u niet schelen, dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen?’

Ik kan me haar ergernis goed voorstellen. Wat doet Maria daar de hele tijd bij Jezus. Kan zij niet helpen ofzo? Marta’s ergernis is nog begrijpelijker als je weet dat vrouwen in de tijd van Jezus meestal geen les kregen van een rabbi, een leraar. Dat was iets voor jongens en mannen. (Jezus’ twaalf leerlingen zijn ook alleen maar mannen.) Van vrouwen werd gedacht dat ze niet zoveel hoefden te leren. Voor hen was het genoeg als ze zorgden voor kinderen en voor gasten. Zoals Marta doet.

Maar Jezus gaat daar niet in mee. Hij geeft niet Maria op haar kop. Juist niet ‘zij heeft het beste deel gekozen.’ Maria moet vooral blijven zitten en mag zich niet schuldig voelen omdat ze haar zus niet helpt. Nee niet Maria maar Marta krijgt op haar kop: ‘Je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk.’ Eerlijk gezegd kreeg ik eerst wel een beetje kriebels van. Had Jezus niet wat meer begrip voor Marta’s situatie kunnen tonen? Ze is toch goed bezig?

Wat is er echt nodig?

Maar Jezus zegt: ‘Er is maar één ding noodzakelijk.’ Er is maar één ding noodzakelijk. Wat is dat? Dat is kennelijke niet helemaal in beslag genomen worden door de zorg voor je gasten. Maar wat dan wel?

Diezelfde vraag komt aan de orde in de film Doctor Strange. Er komt een grote verandering in het leven van de Dokter Strange. Hij kan zijn werk als dokter niet langer doen en hij wordt – het is tenslotte een Marvelfilm – een superheld en gaat de wereld redden, zoals superhelden dat doen. Hij blijkt net als alle superhelden grote talenten te hebben. Hij leert in korte tijd ontzettend veel en kan gebruik maken van superkrachten. En toch, zegt zijn leermeester op driekwart van de film en aan het einde van haar lessen: ‘De eenvoudigste en allerbelangrijkste les heb je nog steeds niet kunnen leren.’ Natuurlijk vraagt Dokter Strange onmiddellijk: ‘wat is dat dan?’

Wat is dat? Wat is de eenvoudigste en allerbelangrijkste les in het leven? Wat kan elk kind snappen en wat weet een superheld als Dokter Strange niet?

Het gaat niet om jou

De leermeester van Dokter Strange zegt: ‘It’s not about you.’ ‘Het gaat niet om jou.’ Hoeveel mensenlevens Dr Strange ook had gered als hersenchirurg of als superheld, het ging hem daarbij toch vooral om hemzelf. Dat hij een goede dokter zou zijn. Dat niemand zou zeggen dat hij tegenviel. Hij wilde alles goed doen, want niemand zou mogen zeggen dat hij een fout had gemaakt. Hij was iemand met veel talenten en tegelijk een faalangstige en arrogante man geworden. Dat gebeurt veel vaker: dat je met veel inzet en mogelijkheden schijnbaar goede dingen en dat het toch om jezelf gaat. Dat je vooral bezig bent met wat anderen van je zullen vinden. Of dat je je zo verantwoordelijk voelt dat je toch ergens denkt dat het allemaal van jou afhangt.

Dat lijkt ook bij Marta aan de hand. Ze klaagt: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ Het gaat over Marta zelf. Het gaat haar zeker niet alleen maar om de taak die ze moet doen. Ze zegt niet: ‘het is teveel werk, straks is er niets te eten, wil iemand even helpen?’ Maar ze voelt zich in de steek gelaten: ‘Ik moet ook altijd alles alleen doen.’

En de oplossing daarvoor is volgens Jezus niet, dat Maria ook mee moet helpen, maar dat Marta krijgt, wat Maria al heeft gekozen. Het ene wat echt belangrijk is. Dan gaat het niet allereerst om jou, Maria en om wat jij doet of vindt dat er moet gebeuren.

Dat geldt ook voor jou en mij. Juist ook op die momenten dat je zo hard aan het werk bent voor een ander. Goed als je dat doet. Maar blijf je realiseren het gaat daarin niet om jou. Laat ik een persoonlijk voorbeeld geven. Als dominee voel ik me verantwoordelijk. Terecht. Maar soms wordt het te groot. Dan vraag ik me af hoe ik ervoor kan zorgen dat jullie nog bij de kerk betrokken blijven. Hoe ik nog kan zorgen dat het geloof inspirerend blijft. Natuurlijk moet ik me daar helemaal voor inzetten. Maar Jezus zegt dan ook: ‘It’s not about you.’ Het gaat niet om jou. Je leven is geen speelfilm waarin jij de hoofdrol speelt – zoals Dokter Strange in Doctor Strange. Je leven is geen film getiteld Bram Beute.

Deel van een groter verhaal

Jezus zegt: it’s not about you. It’s about Me. It’s about God. Het gaat niet om jou. Het gaat om God. Jouw en mijn leven zijn onderdeel van een veel groter verhaal. En dat te zien, dat is het meest noodzakelijk. Dat is het ene noodzakelijk, waar Jezus het over heeft. Dat zit Maria te doen: te luisteren naar Jezus die dat verhaal vertelt. Dat is wat we noemen: het Woord van God. Het Woord van God, dat is Gods grote verhaal, Gods grote Geschiedenis met de wereld, Gods grote plan van Redding. Daarvan kun je lezen in de Bijbel. Dan lees je ontzettend veel over gewone mensen, zoals Maria en Marta en zoveel anderen. Maar die mensen hebben niet de hoofdrol. Hoe belangrijk ze ook zijn, het gaat om God en wat Hij doet.

Dat kun je gemakkelijk verkeerd begrijpen. Er zijn heel wat religies en godsdiensten geweest en nog wel, waarin god of goden worden voorgesteld als een soort egoïstische figuur, die mensen gebruikt zoals het hem bevalt. Mensen zijn maar dingen voor zo’n god. Het gaat alleen maar om hem. Ook in Doctor Strange komt zo’n macht, zo’n god voor. Die gebruikt mensen alleen maar voor zichzelf. Maar in zo’n god geloof ik niet. Over zo’n god heeft de Bijbel het niet. De Bijbel heeft het over een God die de wereld maakte met daarop mensen met wie Hij om wil gaan. Mensen met wie Hij wil wandelen. Die Hij wil ontmoeten. Mensen voor wie Hij alles over heeft om bij hen te zijn. Zelfs zo dat Hij bij ons is komen wonen in Jezus. Dat is het enige noodzakelijke om te weten, om telkens weer te horen. Dat is wat Hij telkens weer tegen je zegt: Ik ben bij je. Ik houd van je. Ik heb alles voor je over. Ik ben aan het werk in jou. In deze wereld. En daar wil ik jou ook bij inschakelen.

En als je je wilt laten inschakelen, als je mee wilt doen, dan begint dat telkens weer met luisteren. Net als Maria. Luisteren naar de stem van Jezus.

Tien geboden – blijf bij de bevrijding

Misschien is je aandacht al weer even afgedwaald. Dat God er is, dat Hij van je houdt. Het zijn van die bekende woorden. Soms dringen ze maar nauwelijks tot je door. Zo gemakkelijk luister je naar andere woorden. Er is zoveel dat je gemakkelijker in beslag neemt dan Gods Plan, Gods Verhaal, Gods Woord. Hoe blijf je daarbij? Hoe voorkom je dat je niet laat afleiden?

De komende tijd staan we stil bij de tien geboden. Die laten ook zien: het gaat niet om jou. Het gaat niet allereerst om wat je doet. Maar het gaat om God, wat Hij doet en hoe je bij Hem in de buurt blijft. De tien geboden beginnen met: Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.’ Dat is de kern. Het gaat allereerst om God en om wat Hij doet. Hij bevrijdde de Israëlieten die slaven in Egypte waren. Hij bevrijdde Maria van het idee dat vrouwen geen onderwijs zouden mogen krijgen. Hij bevrijdde Marta van haar te druk zijn met het zorgen voor haar gasten. God is een bevrijder. Hij bevrijdt je van het oude leven en geeft je nieuw leven.

Het oude leven, dat is het leven waar het om jou gaat. En in zo’n leven raak je uiteindelijk gevangen. Je kunt bang en arrogant zijn zoals Doctor Strange of zo hard voor je gasten lopen te zorgen, dat je je ergert aan je zus en zelf ook kwijt raakt waar het om gaat. Je kunt gevangen raken in gamen, waardoor je geen aandacht meer hebt voor de mensen om je heen, door je telefoon, door je werk. (Tussen haakjes: helemaal opgaan in een spel, in gamen of in werk is voor een moment natuurlijk niet het probleem. Het gaat vooral om het niet meer los kunnen laten. Je merkt dat als je boos en geïrriteerd reageert als anderen je nodig hebben)

Maar God zegt: ik ben een bevrijder. Ik wil je bevrijden van wat je gevangenhoudt en in beslag neemt. Want ik wil jou. Ik wil jouw aandacht. Ik wil bij jou zijn. Ik wil jou leren waar het om gaat: liefde en eerlijkheid. En om dat te kennen moet je leren: Het gaat niet om jou. Het gaat er niet om wat jij allemaal doet of wilt. Maar ik wijs je een weg waarop je het echte leven vindt. Ik wil dat je bij de bevrijding blijft die ik je geef.

It’s not about you. Het gaat niet om jou, maar het gaat om God en dus om liefde. En dan niet allereerst om liefde die jij moet geven, maar om liefde die ik je geef. Dat je dat blijft zien.

Misschien is het daarom ook wel dat de tien geboden vooral verboden zijn. Het gaat eigenlijk niet eens heel veel over wat je moet doen, maar vooral over wat je niet moet doen: geen andere goden vereren, niet werken op de zevende dag, niet ontrouw zijn, niet doodslaan, niet begeren. Er gaat juist heel veel mis als je denkt dat je van alles moet doen, als je daardoor in beslag wordt genomen, maar het belangrijkste vergeet.

Een ding is maar belangrijk om dat te weten, om nooit te vergeten! Er valt nog heel wat te ontdekken hoe we daarvan kunnen leven. Die film is nog lang niet afgelopen. Er zijn nog heel wat avonturen te beleven om te ontdekken: Het gaat niet om jou, maar om God en die God heeft je lief!