Vruchtbaar leven

Preek over Zondag 24, Jesaja 5:1-7 en Johannes 15:1-8

Inleiding

[dia 2]

Ben je tevreden over jouw leven? Het nieuwe jaar is begonnen. Misschien ben je al weer helemaal in het ritme van werk of school. Misschien ook niet. Ik moest er zelf de afgelopen werk erg in komen. Dat zorgt er bij mij ook altijd voor dat ik me vragen ga stellen: wanneer leef ik nu een beetje goed. Dat ik mag leven is een enorm geschenk – hoe ga ik goed met dat geschenk om?

Wanneer heb je nu een vruchtbaar leven? Wanneer kun je terugkijken en denken – het was goed?

Misschien herken je dat? Er is van alles te doen: werk, school, vrijwilligerswerk, zorgen voor familie, het kopen van nieuwe gadgets. Doelen stellen, maar wanneer is je leven de moeite waard? En als het nu niet lukt wat je wilt?

Daarover gaat het vanmiddag. Wat is nu een goed, vruchtbaar leven. God wil ook dat je leven de moeite waard is.

Jezus gebruikt daarbij het beeld van een druivenplant. Dat is voor de mensen in zijn tijd een bekend beeld.

De HERE besteedde veel zorg aan zijn volk

[dia 3]

In het OT wordt het volk Israël vaak met een druivenplant of een wijngaard vergeleken. Dat wordt begrijpelijk als je iets weet van zo’n wijngaard. Voordat je in Israel druiven kon kweken, moest er eerst heel wat werk verzet worden. Er werd een helling van een heuvel uitgekozen. Op zo’n heuvel werden vervolgens terrassen gemaakt. Dat was natuurlijk al een enorm werk. Stukken van een heuvel weggraven en andere stukken ophogen. Als men zo aan het graven was kwam men enorm veel stenen tegen. (Veel meer dan in NL) die stenen verzamelde men allemaal voor de rand van het terras. Zodat het terras niet wegspoelde maar bleef bestaan. Om de wijngaard plantte men cactussen om dieven en dieren tegen te houden. Men bouwde een wachttoren of een huisje in de wijngaard, waar de landarbeiders zomers konden slapen. Verder hakte men in een rots op de heuvel een perskuip uit. Daarin konden de druiven dan geperst worden. Men spitte de grond goed om. En dan pas plantte men de druivenplanten. In het voorjaar werden de druivenplanten gesnoeid en gekrent. De kleinste druiventrosjes werden weggehaald, zodat de grotere nog groter konden worden. (Anders krijg je alleen maar van die kleine druifjes.)

      Het was dus een enorm werk om een wijngaard aan te leggen en te onderhouden. Daar kwam heel wat zorg bij kijken. En met zorgen is vaak: hoe meer je zorgt voor iets, hoe meer je er van gaat houden. Zo gaat het bij een wijnboer, die eindeloos moet ploeteren voor een wijngaard en de druivenplanten. Dat plekje is niet zomaar een helling van een heuvel. Het is zijn levenswerk geworden. Hij houdt ervan. Vergelijk mijn eigen druivenplant, of nog meer iemand zijn huis dat ie zelf gebouwd of herbouwd heeft.

Vandaar dat in de Bijbel de HERE Israel vaak vergelijkt met een wijngaard of een druivenplant. Net als zo’n boer veel zorg besteedde aan zijn wijnplanten, had de HERE heel veel zorg besteed aan Israel. Hij had ze bevrijd uit Egypte. Bewaard in de woestijn. Hij had ze in de woestijn eten en drinken gegeven. Hij had ze een land gegeven. Hij had ze een tempel gegeven, een konig, enz. Heel veel zorg had de HERE gegeven aan zijn volk. Het volk Israel was van zichzelf geen machtig of groot volk. Van zichzelf maakte het maar weinig kans om zelfstandig te overleven. Maar de HERE had eindeloos gezorgd. Vol liefde. Hij is steeds meer van zijn volk gaan houden.

En toch leverde dat geen vrucht op

[dia 4]  Wat zie je hier? Een wijnplant zonder vrucht

En toch leverde dat vaak geen vrucht op. Het volk van de HERE beantwoordde die liefde meestal niet. Ondanks alle inspanning van de HERE kwam er geen vrucht.

In Jes 5 kun je bv. het lied lezen van de wijngaard. Jesaja zingt daar over de HERE als over een wijnboer. Alles wat een goede boer doet om zijn wijngaard vrucht te laten dragen had de HERE gedaan. Maar niets hielp. Er kwamen alleen maar wilde, bittere druiven. De zorg van de HERE was voor niets geweest. De HERE had in liefde voor zijn volk gezorgd. Maar dat zorgde er niet voor dat ze ook vol van die liefde werden. Juist niet. Ze kwamen alleen maar op voor zichzelf. De machtigen onderdrukten de zwakken en gebruikten hun macht om een ander te onderdrukken.

            Jesaja zegt van de HERE:

Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht,

hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting.
Als je eindeloos gezorgd hebt voor een wijngaard en er komen geen druiven dan word je kwaad.

[Dia 5] Wat zie je hier?

De plek waar twee jaar geleden nog mijn druivenstruik stond.

Doe ik daar al die moeite voor, als er helemaal niets opkomt? Telkens als ik buiten was, keek ik even naar de plant. Snoeide ik wat, leidde ik te takken. Enzovoort. Ik had alles gedaan. Maar als er vruchten moesten komen werd de plant ziek. Op de vruchten zat schimmel. Ik was het zo zat. Daar steek ik geen energie meer in. Zo’n woede of frustratie zie je ook bij de HERE. De haag die om de wijngaard heenstaat en de muur, die haalt de HERE weg. Er is geen bescherming meer tegen de wilde dieren, tegen dieven. Iedereen kan er zomaar komen. Er wordt niet meer in gewerkt. Alles verwilderd. En zegt de HERE: ik laat er geen regen meer op vallen. De wijngaard wordt helemaal aan zijn lot overgelaten.

            Dat is ook precies wat er met Israel gebeurt. De HERE God beschermt het volk niet langer tegen vijanden. En dus wordt Jeruzalem ingenomen door de Babyloniers en verwoest. En worden alle Judeeërs gevangen en gaan ze in ballingschap.

De zorg van de HERE voor zijn volk lijkt voor niets. Er komt geen vrucht. Ze beantwoorden de liefde van de HERE niet.

Dat zijn confronterende woorden. Voor de mensen toen en nu: God geeft ons het leven en Hij wil dat we vrucht dragen. Dat we iets moois van ons leven maken, zoals hij het bedoeld heeft. Dat liefde en recht opbloeien. En daar komt zo vaak niet van. Je vult je dagen met allerlei dingen waar je je later bij afvraagt: waarom was ik daar nu zo druk mee?

[Dia 6]

Christus is de wijnstok

En dan komt Jezus en Hij zegt: ik ben de enige echte wijnstok. Ik zal wel vrucht dragen. Ik zal wel uit de liefde van God leven. Ik zal zijn liefde beantwoorden.

En dat heeft Jezus gedaan. De Vader was in Hem en Hij in de Vader. De liefde van de Vader was in Hem. Zoals de Vader voor Hem zorgde, zo zorgde Hij voor zijn naasten. Jezus zette zijn gaven en mogelijkheden helemaal in voor zijn medemens. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat sprak Hij van Gods liefde. En genas Hij mensen. De zorg en liefde die God voor Hem had, straalde Hij zelf ook uit.

            Niemand heeft meer lief, dan Hij die zijn leven voor zijn vrienden over heeft. Het zijn Jezus’ eigen woorden. En uiteindelijk had Hij ook zijn leven over voor zijn vrienden. Zijn dood werd ons leven.

Jezus’ leven droeg vrucht. De zorg en liefde van God beantwoordde Hij met zorg en liefde voor zijn naasten.

Hij heeft Gods liefde beantwoord. Vrucht gedragen. Liefde tot het uiterste. Jezus is de ware wijnstok.

Als je aan Hem verbonden bent

[dia 7]

Hij nodigt je uit: blijf in Mij. Want zonder Mij kun je niet leven. Dan komt er van je leven niets terecht. Dan blijft het zo onvruchtbaar als bijvoorbeeld Israël voor Jezus. Ranken groeien niet buiten de wijnstok. Als er een tak of een rank vanaf raakt

Soms lijkt heter  er in de kerk op dat je van alles moet doen: je moet naar de kerk gaan. Je moet een beetje fatsoenlijk leven. Geen sex voor het huwelijk. Je moet je naaste liefhebben. Omzien naar mensen die het moeilijk hebben. En zo kan ik nog wel even doorgaan.  

            Als je echt christen wil zijn moet je nogal wat en mag je veel niet. En toch is dat niet de kern. Het gaat er in het geloof niet om dat je van alles wel en niet mag. Dat lijkt misschien soms van buiten zo. En we laten het ons misschien ook nog wel eens wijs maken. Maar echt,  dat is niet de kern.

Jezus zegt niet: als je al die dingen doet dan ben je een christen, dan vind je eeuwig leven. Jezus zegt: als je echte leven wilt vinden. Wees dan aan Mij verbonden. Jezus nodigt je uit: Wees in Mij. Maar wat betekent dat? Je hoort mensen nogal eens noemen: een persoonlijke relatie met Jezus Christus. Maar wat houdt dat dan in? Hoe kun je een persoonlijke relatie hebben met iemand die op deze aarde niet meer lichamelijk aanwezig is?

Ik zal proberen er iets over te zeggen. Al blijft het tegelijk een mysterie. Helemaal in woorden is het niet te vatten wat het betekent om in Christus te zijn. Een persoonlijke relatie met Hem te hebben. Uit Joh 15 blijkt in elk geval dat het te maken heeft met vertrouwen. Juist als Jezus bezig is afscheid te nemen van zijn vrienden, zegt Hij blijf in mij en Ik blijf in jullie. Dat kan dus. Ook al is Hij lichamelijk niet meer aanwezig, zijn leerlingen blijven in Hem verbonden.

            En aan Jezus verbonden zijn dat betekent: geloven dat Jezus de ware wijnstok is. Dat Jezus dat leven voor God geleefd heeft, zoals God het bedoelde. Vol liefde voor God en de naaste. Je verbinden aan Jezus betekent ook: aanvaarden dat je het van jezelf niet redt. Dat je dood gaat als dat takje doodgaat los van die plant. Dat alleen in het geloof in Jezus je leven werkelijk tot zijn recht komt. Dat zijn leven gaat tellen als jouw leven. Verbonden zijn aan Jezus betekent allereerst: je leven uit handen geven. Niet meer uitgaan van wat jezelf presteert, (of juist niet presteert), maar naar wat hij gedaan heeft.

            Dat zijn bekende woorden, maar ga nu eens na: lukt het je om zo te leven? Jezus zegt tegen zijn discipelen: jullie zijn gezuiverd door het Woord dat ik tot jullie gesproken heb. De woorden van Jezus maken de discipelen – toen en nu – steeds weer duidelijk wie ze zijn. Je kunt bv. denken aan Jezus’ woorden tegen Peturs. Petrus wilde niet dat Jezus zijn voeten zou wassen. Hij kon niet aanvaarden dat Jezus zich als een slaaf opstelde. Maar Petrus moet leren, dat Hij alleen gered kan worden door Jezus die Hem dient. Zo zuivert Jezus’ woord Petrus. Jezus’ Woord bepaalt wie je bent: denk aan de doop – God zegt ik ben je Vader, Jezus zegt ik was je zonden weg, de heilige Geest zegt: ik maak je nieuw. Dat is wie je bent. Kind van God. Heilig, zonder zonden, door Jezus. Bezig een nieuw mens te worden. Het lijkt misschien anders: misschien voel je je soms meer kind van de duivel, of niemands kind. Misschien voel je smerig van al je gore gedachten, gemene woorden of de dingen die je hebt gedaan of juist niet. Misschien heb je het idee dat het alleen maar erger wordt, maar nee, je bent rein door de woorden die ik gesproken hebt, zegt Jezus.

Verbonden zijn aan de wijnstok is je leven uit handen geven en nieuw leven van Jezus ontvangen. Verbind je daarom aan Christus. Vertrouw je leven Hem toe.

[dia 8] 

Zonder hem wordt het niets. dan heb je er niets meer aan. Dan komt het bij het tuinafval terecht. Dat verbrand je (of tegenwoordig: gooi je in de kliko, of op de composthoop)

Wie wel aan hem aan hem verbonden blijft

Gesnoeid

[dia 9] wordt gesnoeid. Bij Jezus horen kan een pijnlijk proces zijn. Je komt jezelf tegen. Je zonden. Je begeerten. Je eigen ik. Dat moet gesnoeid. Sterven aan jezelf om op te staan.

De woorden van Jezus kunnen snijden in onze eigen plannen, in onze eigendunk. Ook wat je meemaakt in je leven kan als snoeien voelen. Verschillende keren in mijn leven heb ik dat meegemaakt en jij misschien ook wel.
(Evt persoonlijk voorbeeld geven)

Pijnlijke ervaringen die je niet begreep. Waarom moet dat gebeuren vroeg je je af. Misschien zit je er nu wel middenin. Kijk dan ook eens naar een gesnoeide druivenplant. Die ziet er kaal en doods uit, maar er komt straks weer leven uit. Dat belooft Jezus ook: er komt vrucht. Misschien zie je dat, misschien ook niet. Maar dat zal gebeuren!

draag je vrucht

[dia 10]

Als je verbonden bent aan Jezus, komt er ook vrucht. Als je in Jezus’ liefde bent, wordt die liefde ook in jouw leven zichtbaar.

Een tak die goed stevig aan een plant zit, daar komen vanzelf blaadjes aan. Dat is ook zo bij een druivenplant. Een tak die stevig aan de druivenplant zit, daar komen druiven aan. De takken waar wel druiven aanzitten, krent de boer. Zodat er mooie grote druiven aan de trossen komen. Jezus’ woorden kunnen snoeien. In je leven snijden. Petrus moest zijn hoogmoed afleren.

En als je aan Jezus verbonden bent en je laat zuiveren door zijn woorden, dan komt er vrucht. Dat is een kwestie van vertrouwen. Jezus roept je niet op gefocust te zijn op jezelf: zie ik al vrucht. Wat zijn mijn vruchten, wat heb ik bereikt? Jezus roept je op aan Hem verbonden te zijn. Je op Hem te richten. En dan kan het ook niet anders dan dat er vrucht komt.    

Verbonden zijn aan Jezus. Dat betekent de liefde voor God en mensen zoeken, die hij zocht. Met alle ruimte voor mislukkingen die erbij komen. En toch doorgaan.

Wees verbonden aan Christus en draag daardoor vrucht.

Uitleiding

Jezus is de ware wijnstok. Hij heeft in volmaakte liefde voor God en naaste geleefd. Verbind je aan Hem. Dan blijf je leven. Dan word je leven steeds meer als dat van Hem: zoals God het bedoelde. Vol liefde voor God en naaste.

Amen