Jezus deelt in onze eenzaamheid, laten wij die ook delen

Preek in de week tegen de eenzaamheid (6 oktober 2019)

Ben jij eenzaam?

[dia 1] ‘Ben jij eenzaam? Ken jij eenzame mensen?’ Deze week was ik bij een dansvoorstelling in de Stadsgehoorzaal die ongeveer eindigde met die twee vragen: ben jij eenzaam? Ken jij eenzame mensen?’ Daarvoor hadden we in de voorstelling verschillende eenzame mensen voorbij zien komen: een succesvolle vrouw, die eenzaam aan de top eindigde. Een man en een vrouw die elkaar kwijtraakten en eenzaam werden in hun relatie. Een jongen zich niet helemaal thuis voelde in het mooie land waar hij woonde, omdat zijn zusje zo ver weg was. Jongeren die de hele dag druk waren met hun mobieltjes om te laten zien hoe leuk ze het hadden, maar daarin heel eenzaam waren. Dat raakte me het meest, omdat ik het herkende ook van toen ik zelf nog jong was en ook omdat ik het nog steeds zie. [dia 2] Dat je je zo eenzaam kunt voelen: De acteur ratelde maar door, terwijl de dansers op het podium foto’s van zichzelf maakten. Allerlei kreten die de jongeren met anderen deelden om te laten zien hoe leuk ze het hadden:  ‘#leukleven’, “#lookleven’, ‘#lekkermetdemeiden’, ‘#kijkmijnou’, ‘#thisismylife’, enz. Heel uitbundig, heel treurig. Want al die jongeren bleken eenzaam.

Ben jij eenzaam? Ken jij eenzame mensen?

[dia 3] Toen ik die vragen hoorde dacht ik zelf, nee ik ben niet eenzaam. Niet voortdurend. Maar natuurlijk weet ik wel hoe het voelt om eenzaam te zijn. Ik ken het gevoel dat niemand me ziet staan. Dat ik er niet bij hoor. En mijn meest eenzame momenten heb ik misschien wel in de kerk beleefd. Vooral in mijn eerste jaren als predikant. Aan het einde van een dienst tijdens de collecte. Als ik de preek had gehouden en het gevoel had – nee het was weer helemaal niets. Ik heb bijna een half uur staan praten, maar niemand heeft er iets aan. Iedereen is blij dat het voorbij is. Dat is misschien wel het meest eenzame gevoel – ik wil iets waardevols, iets belangrijks zeggen, maar het komt niet aan. Niemand wil het hebben. (Het had vaak met meer met mijn eigen onzekerheid te maken dan de realiteit, maar het gevoel van eenzaamheid was er niet minder om.)

Ben jij eenzaam? Ken jij eenzame mensen?

Ik denk dat wij bijna allemaal wel gevoelens van eenzaamheid kent. Vraag: wie kent het gevoel van eenzaamheid niet bij zichzelf? (Dan voel je je nu toch misschien wel eenzaam.) Natuurlijk is het voor de een erger dan voor de ander. Sommigen van ons voelen zich (bijna) altijd eenzaam. En overal komt het voor: als je oud bent en je geliefde er niet meer is – of als die er nog wel is, maar als je door dementie elkaar steeds meer kwijt raakt. Maar dus ook in het gewone leven met heel veel mensen om je heen, misschien wel hier in de kerk. Als we die woorden lezen ‘een drievoudig snoer wordt niet verbroken’. Een populaire trouwtekst, zo van je bent in je huwelijk niet met z’n tweeën, maar God gaat ook met je mee. Maar als je niet of niet meer getrouwd bent? Als jij nooit iemand hebt die je s nachts wakker houdt, of zelfs maar aanraakt? Of je juist in je huwelijk alleen voelt. Of niet merkt dat God daarin met jullie tweeën meegaat? Of je voelt je eenzaam omdat je je niet zo thuis voelt in de kerk. Omdat er zoveel veranderd is, of juist omdat je het gevoel hebt dat alles nog steeds is zoals altijd en je je er niet in herkent. En zo kan ik doorgaan: er zijn zoveel manieren en zoveel redenen waarom je je eenzaam kunt voelen ook in de kerk.

Eenzaamheid is een vloek, onverbondenheid

[dia 4] Eenzaamheid is een vloek. Een gevolg van de zonde. Gods bedoeling is dat we aan elkaar en aan Hem verbonden zijn. Zoals het al helemaal aan het begin in de Bijbel staat ‘Het is niet goed dat de mens alleen is.’ Dat is niet goed. En tegelijkertijd die verbinding vast houden – dat is zo moeilijk. De Bijbel vertelt dat vlak nadat God een vrouw heeft geschapen en Adam heeft gezongen hoe blij hij met haar is, hij haar al weer in de steek laat. Hij laat haar aan haar lot over bij de slang. En geeft haar daarna van alles de schuld. En die vrouw doet net zoiets – ze geeft Adam van de vrucht ook al weet ze dit is niet goed voor hem.

[dia 5] We zijn als mensen voor elkaar gemaakt, maar we laten elkaar zo gemakkelijk in de steek. We bereiken elkaar soms zo slecht. Maar hoe ga je er dan mee om als je merkt dat een ander eenzaam is? Wat doe je eraan?

Als je merkt dat iemand in de put zit, kun je proberen net te doen alsof je niet ziet alsof er iemand inziet. Er gewoon aan voorbij lopen. Of je kunt net doen als je er zo weer uit kunt komen. En je zegt: Je moet gewoon… en vul maar in… er wat vaker erop uit zou moeten, …toch ook moet bedenken dat ze nog kleinkinderen heeft, … niet moet vergeten dat God voor hem zorgt, enzovoort. Vaak helpt het niet. Want zo ‘gewoon’ is het nu juist niet.

Misschien begint het wel met te erkennen: we kunnen er niet zomaar even wat aan doen. Je kunt het gemis van een geliefde voor de ander niet oplossen, je kunt de eenzaamheid van een ander niet zomaar weghalen.

Elkaars eenzaamheid delen

Maar wat dan wel? We kunnen elkaar toch ook niet eraan overlaten? Nee natuurlijk niet. Ik keek gisteren een interview van het EO programma ‘Wie kent mij nog?’ Daar werden verschillende mensen die worstelen met eenzaamheid geïnterviewd – ook uit Kampen. Ik zag het interview met Jessa Groenink. Ze is nu bezig met haar transitie van man naar vrouw. Ze had zich lange tijd heel eenzaam gevoeld omdat niemand begreep wie ze was. Maar nu ze er open over was geworden, voelde ze zich weer eenzaam, heel veel mensen in haar familie en de kerk wezen haar af. Heel pijnlijk. Dat het juist op die plekken gebeurd waar je veilig moet zijn: ‘Je hoort elkaar niet te slaan, ook niet in de kerk’, zei ze nog. Juist niet in de kerk, natuurlijk niet in de kerk dacht ik. Maar hoe dan wel. Jessah zei: ‘Er is al zoveel winst te behalen als we met onze pijn bij elkaar komen. Met ruimte voor iedereen hoe iedereen dat beleefd en gevoeld heeft.’

Dat betekent niet dus niet ontkennen dat de ander in de put zit, maar eerder een tijdje bij de ander in de put te gaan zitten. Niet meer te proberen de eenzaamheid van de ander even op te lossen door allerlei mooie verhalen, maar door de eenzaamheid te delen. Ons jaarthema was vorig jaar ‘durf te delen’. Er is moed voor nodig om met iemand zijn of haar eenzaamheid te delen. We weten (bijna) allemaal hoe eenzaamheid voelt. Je kunt het letterlijk meevoelen. Ook al weet je het niet wat is om je geliefde te verliezen, homo te zijn en je daarom onbegrepen te voelen, iets van het gevoel van eenzaamheid kennen we allemaal wel. En om dat te doen is moeilijk. Dat kan je zelf ook raken.

Het geeft je een machteloos gevoel. Is er niet meer dan ik kan doen? Nee, vaak is er niet veel meer dan je kunt doen. Maar als je durft het dan toch met iemand uit te houden. De ander niet alleen te laten in haar of zijn eenzaamheid…

De ander niet alleen laten in zijn of haar eenzaamheid. Soms is dat ook heel praktisch, lazen we in de Bijbel. Als je met z’n tweeën bent, en je valt, kan de ander je weer overeind helpen. Je kunt elkaar warm houden. Je kunt elkaar beschermen. Dat lost de eenzaamheid niet op. Maar iets van je eenzaamheid delen, is toch meestal beter dan alleen eenzaam zijn.

Jezus deelt in onze eenzaamheid

Misschien denk je: maar waar is God in dit alles? Lost Hij niet onze eenzaamheid op? Of zou Hij dat niet juist moeten doen?  Eerst maar dit: goede nieuws is in elk geval dat God nooit onze pijn en moeite wegdrukt of net doet alsof die er niet zijn. Die hoef je niet te overschreeuwen. Je hoeft niet net te doen alsof je je heel goed voelt, heel blij bent met God of je leven. Kijk maar naar Ps 77 die we aan het begin van de dienst zongen en gebeden hebben. In de Bijbel lees je niet: je mag je niet eenzaam voelen, want God zorgt voor je. Of je mag niet klagen, want anderen mensen hebben het nog veel moeilijker. Nee. Het goede nieuws van God is niet zweverig. Dat je door heel hard je best toch nog een beetje positief in het leven kan staan.

Het goede nieuws dat God ons bekend maakt is dat Hij naar ons toe is gekomen. God is niet als iemand die vanaf een afstandje goede dingen naar ons roept. Vanuit de Bijbel. Nee, God is een mens geworden als wij. Net als wij weet God gek genoeg wat eenzaamheid is. Dat past natuurlijk helemaal niet bij God. God is in zichzelf volmaakt. De tekst over ‘een drievoudig snoer’ is vroeger ook vaak uitgelegd alsof die over God ging: God is Drie-Enig. Vader, Zoon en Geest. En zo is God vol liefde. God heeft genoeg aan zichzelf. God is gelukkig in Zichzelf.

[dia 6] Maar, zoals je kunt lezen in de brief van Paulus aan de Filippenzen heeft God in Jezus Christus ervoor gekozen om niet aan dat geluk vast te houden, maar een mens te worden als wij. Om te leren ontdekken wat het betekent om eenzaam te zijn. Zijn leven lang.

[dia 7] Als peuter kind groeide hij op in het buitenland, hij was een vreemdeling en kwam later in Nazareth woonde als een nieuweling. Als tiener begrepen zijn ouders hem niet. Ze zochten hem dagenlang, terwijl hij toch in de tempel moest zijn. Hoe konden ze het niet begrijpen. Als dertiger trok hij de woestijn. Veertig dagen alleen en daar kwam hij de duivel tegen. Hoe eenzaam zal Jezus zich daar gevoeld hebben?

En toen hij bekend en populair werd. Hoe vaak merkt hij niet dat de mensen helemaal niet begrepen wat hij te zeggen had? Ze volgden hem voor de wonderen, voor het spektakel, maar begrepen niet wat hij kwam doen. Zelfs zijn eigen leerlingen begrepen er vaak niets van. Hij kon er boos van worden: hoe lang moet ik het nog met jullie uithouden?

En we lazen het in de Bijbel – op het laatst als hij weet dat hij bijna gearresteerd zal worden en zal gaan sterven, vallen zijn vrienden in slaap. Ze kunnen het niet aan om met Jezus mee te lijden en mee te leven. Ze zijn verdrietig en bang en vluchten in de slaap. En zo sterft Jezus uiteindelijk: verlaten door zijn vrienden, eenzaam en zelfs zonder God.

We zullen straks lezen uit Matteüs 25 daarin zegt Jezus wie voor de eenzame zorgt – de zieke, de vluchteling, de arme – die zorgt daarmee voor mij. Nog steeds identificeert Jezus zelf zich met onze eenzaamheid.

Jezus heeft gedaan en wat wij zo vaak niet doen: hij is naast ons komen zitten in onze eenzaamheid. [dia 8] Of zoals de schrijver van Hebreeën zegt: ‘Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld…’ Of zoals Paulus het ook vaak zegt: als je lijdt, lijd je niet alleen, maar je kunt je lijden – ook in het gewone leven – begrijpen als delen in het lijden van Jezus. Met als doel om uiteindelijk met hem op te staan.

Laat de eenzaamheid je niet overwinnen

[dia 9] Eenzaamheid kan zijn als een monster. Een golf die je overspoelt. Misschien heb je het gevoel: ik kan er niet tegenop. Als je dat zo ervaart, zo ik tegen je willen zeggen – durf te delen. Draag het niet alleen. Je bent niet de enige. Eenzaamheid is niet gelijk opgelost als iemand die met je deelt, zelfs niet als Jezus die met ons gedeeld heeft. Maar doe een beroep op hem– en dat mag ook met heftige taal zoals in Psalm 77 – ‘Vergeet u genadig te zijn?’ ‘Jezus bent u nog wel dezelfde?’

Durf te delen van je eenzaamheid. Want je bent niet de enige die het ervaart. En door ervan te delen, heb je misschien nog iets te geven. Jessah en anderen die een interview gaven voor het programma ‘ken je mij nog?’ toonden hun kwetsbaarheid in hun eenzaamheid en zo konden ze er gek genoeg voor anderen zijn. Andere eenzamen realiseerden zich: ik ben in mijn eenzaamheid niet alleen.

Ik kan je eenzaamheid niet voor je oplossen. Ik zal niet zeggen dat het wel meevalt. Maar ik wil je wel aanmoedigen ook in je eenzaamheid te blijven kijken naar Jezus. Want je kunt ook jezelf verliezen in je eenzaamheid. Dan word je bitter. Je steeds meer afsluiten voor God en de mensen om je heen en op zo raak je in je eenzaamheid ook jezelf nog kwijt. Dat is begrijpelijk – want je open blijven stellen, hoop blijven houden, kost meer moeite dan alle hoop laten varen. En toch: geef niet op. En als het niet meer lukt om vol te houden, probeer dan zo meteen mee te bidden God je behoedt voor bitterheid, je je zachtheid weer terug geeft en het licht niet haat. Want je bent in je eenzaamheid niet alleen. Jezus deelt die met ons en roept ons ook op samen die eenzaamheid te delen.

Amen

 (Liedboek 925)