Heb je een probleem of ben je het probleem?

Preek  over Matteüs 21:1-14 voor Palmpasen

Samenvatting: God geeft anders antwoord op onze vragen dan wij zouden willen. Dieper, maar ook confronterender.

Inleiding

Welke hulp heb je nodig? Hoe kan ik je helpen? Stel je voor dat God dat aan je zou vragen – wat zou je dan antwoorden? De antwoorden liggen voor de hand: een geneesmiddel tegen corona, inentingen, genezingen. En misschien als je verder kijkt: eerlijkheid, eerlijke regeringen in alle landen. Eerlijke lonen voor iedereen. Gezondheid. Ga maar door.

De zoon van David, Hij die komt in de naam van de HEER

Zo is het waarschijnlijk altijd wel geweest dat je als mens heel goed kunt bedenken wat je nodig hebt, wat goed zou moeten zijn. Dat was in Jezus’ tijd niet anders. Als je toen in Israël had geleefd, had je verlangd naar een einde aan de overheersing van de Romeinen. Heel lang geleden regeerden David en Salomo. Het was al bijna vijfhonderd jaar geleden dat er een van de afstammelingen van David op de troon zat. Maar als dat nu weer eens zou gebeuren, als er een afstammeling van David op de troon zou zitten. Dan zouden er gouden tijden aanbreken. Geen onderdrukking, afpersing, door de vijanden maar zelf weer machtig. En niet alleen dat. Volgens sommige profetieën zou de afstammeling van David, de Zoon van David genezing brengen, voor de zieken, rijkdom voor de armen.

En Jezus geneest. Sommigen riepen hem ook na: Zoon van David, heb medelijden met mij. En nu claimt Jezus ook die positie van Zoon van David. Hij vordert twee ezels om de stad binnen te rijden. En de mensen om hem heen begrijpen heel goed waar het om gaat – gaat nu eindelijk gebeuren waar ze al honderden jaren op gewacht hebben: de koning van God komt eraan.

En ze zingen en ze roepen: gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Leve de man die door God gestuurd is! Die gaat doen wat God voor ons wil doen! Leve de Zoon van David. Leve de nieuwe koning van God.

Ze juichen. Ze leggen hun jassen op de weg. Ze zwaaien met palmtakken. Want dat ook dat past bij het verwelkomen van degene die namens God komt. Zo staat het in Psalm 118 – ‘Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar.’ Zwaaiend met groene twijgen begeleid je met zoveel andere mensen de nieuwe koning door Jeruzalem naar de tempel.

Dat doet ook denken aan een eerdere verlosser. Judas Makkabeüs die bijna 200 jaar eerder ook naar de tempel trok terwijl men hem toejuichte en zwaaide met takken. Hij reinigde de tempel van alle afgoden van de bezetter. En nu trekt Jezus, de zoon van David naar de tempel – oud tijden herleven!

Maar Jezus wijst op je tekort

Maar wat doet Jezus? Hij laat zich toejuichen, maar als Hij bij de tempel is keert hij zich tegen de mensen bij de tempel. Woedend is hij. Om in de tempel te kunnen is het natuurlijk nodig dat je offers hebt. Die kun je bij de tempel kopen. Dan weet je gelijk zeker dat je een goed offer brengt – een zuiver rein dier. En om tempelbelasting te betalen kun je geld wisselen, zodat je dat in de goede munteenheid kunt doen.

Noodzakelijke dingen toch om de dienst aan God vorm te geven? De tempel is de trots van Jeruzalem. Ondanks de bezetting van de Romeinen kan dit gewoon doorgaan. Maar Jezus is woedend. Iedereen die iets koopt of verkoopt jaagt hij weg. En hij haalt de woorden van de oude profeten aan Jesaja en Jeremia. Zij profeteerden in de tijd van de laatste koningen uit het huis van David. Zij kondigden Gods oordeel aan. De vernietiging van de tempel. Want ook toen was de tempel hun trots, maar Jeremia had gezegd: hij zal verwoest worden. En dat was gebeurt. En Jesaja had al duidelijk gemaakt dat Israël God niet exclusief voor zichzelf kon claimen, maar dat Hij er voor alle volken is.

En dus roept Jezus uit: dit is geen rovershol. Hier ben je niet automatisch veilig voor het oordeel. Dit moet een gebedsplek zijn voor de volken. En niet de plek om je te onderscheiden: onze tempel maakt ons beter, anders, geeft ons veiligheid.

Dat is schokkend. Je juicht Jezus toe als je bevrijder en je redder. Je verwacht grote dingen van Hem, maar het is alsof Hij zegt: ‘Jullie hebben niet een probleem, jullie zijn zelf het probleem.’

Jezus ontkent niet dat hij de zoon van David is. Niet dat hij de koning is, die het goede leven komt brengen. Die een eind maakt aan alle onrecht. Maar Hij zegt: het probleem ligt nog dieper dan je denkt: het zijn niet alleen de Romeinen, niet alleen ziekte, niet alleen corona. Het probleem van het kwaad in deze wereld zit ook in jou.

Jezus is de koning, de leider die redding brengt, de verhoring van onze gebeden. En tegelijk als God je gebeden verhoort, dan gaat dat radicaler, dieper en confronterender dan je had  gedacht. Een moeder vertelde mij deze week bijvoorbeeld dat ze voor haar kinderen altijd had gebeden dat ze Jezus zouden volgen. Maar toen een van haar dochters dat deed en naar een ver buitenland vertrok moest ze toch wel slikken. Ja, hier had ze om gebeden, maar dat het zo moest gaan. Dat haar dochter echt de weg van Jezus zou gaan met alle risico’s die daarbij horen.

Als God naar je gebed luistert, blijf je zelf niet buiten schot. Dan gaat het ook over jou. Als je Jezus toejuicht als redder van de wereld, bedenk dan ook dat je zelf gered moet worden.

We hebben vanochtend maar een klein stukje gelezen van wat Jezus doet als hij als een koning Jeruzalem is binnen getrokken. Hij gaat tekeer in de tempel, maar daarna vervloekt hij een vijgenboom omdat die geen vrucht draagt. Een negatief wonder, dat je eigenlijk niet van Jezus gewend bent. Het is alsof hij zijn volk vervloekt dat geen vrucht draagt. Hij gaat de discussie aan met de leiders van het volk. Hij spreekt een oordeel uit over de priesters, Farizeeërs, schriftgeleerden. Mensen die voor een groot deel bekend staan als vroom en serieus. Hij spreekt een oordeel uit over Jeruzalem. Over de volken en zelfs over Jezus eigen leerlingen als ze hem niet echt serieus nemen.

Je zou die hoofdstukken de komende week eens kunnen lezen. Het zijn confronterende stukken. Misschien wel om bang van te worden. Want als het oordeel uitgesproken wordt over allerlei mensen, waarom dan ook niet over jou? Ben jij zoveel beter? Ben jij degene die altijd goed omgaat met de talenten die God je gegeven heeft? Zie jij Jezus in de armen, de zieke, de dakloze en help je die? Heb jij je je feestkleed aangetrokken voor het feest van God? Sta jij klaar?

Je vraagt om hulp, maar Jezus zegt: je bent zelf een probleem. Je eigen leven moet anders.

Je zou dat ook op deze tijd kunnen betrekken. Van verschillende kanten is erop gewezen dat ook deze coronacrisis niet losstaat van ons menselijk handelen. Van onze omgang met dieren, met de natuur. We hebben niet alleen een probleem, onze wereldwijde manier van leven is een probleem. We zijn zelf het probleem.

Jezus draagt dat tekort

Tegelijk is dat niet het enige en het belangrijkste. Anders geeft de ontmoeting met Jezus alleen maar teleurstelling. Je verwacht hulp, maar hij zegt: je bent zelf het probleem. Natuurlijk, als je dat niet wilt horen, als je niet naar jezelf wilt kijken, dan is Jezus een teleurstelling. Dan heb je niets aan hem. Hij is niet gekomen voor de gezonden en de rechtvaardigen. Dat is Hij is niet gekomen voor je als je niet wilt erkennen dat je zelf ook onderdeel van het probleem bent.

Tegelijk wie dat wel erkent, die krijgt hoop. Jezus jaagt in de tempel al die mensen die kopen en verkopen weg. Al die mensen die vol zelfvertrouwen en trots naar de tempel zijn gekomen. Maar dan komen er ook verlamden en blinden naar hem toe. De zieken. Die weten dat ze in hun eigen lijf een probleem hebben. En hij geneest ze.

Jezus’ felle oordeel over egoïsme, geloof in eigen volk eerst, hoogmoed, gebrek aan erkenning van je eigen tekort, je gebrek aan liefde, aan inzet en meeleven staat niet op zichzelf. Jezus spreekt je niet aan op je tekort alleen maar om te veroordelen en je de grond in te trappen. Hij confronteert je met je tekort om je ervan te genezen. Je ervan te redden.

Want nadat Jezus zijn oordeel heeft uitgesproken over de tempel, de leiders van het volk, Jeruzalem, de volken, zijn eigen leerlingen die niet doen wat hij zegt, neemt Hij zelf het oordeel op zich. Hij neemt het oordeel op zich. Hij is bij je in het oordeel.

Hij laat je niet daarin aan je lot over, maar draagt het. Zijn redding graaft dieper dan onze oplossingen. Hij pakt het grondprobleem aan: het kwaad dat ook in je eigen leven, in je eigen hart is. Daar gaat hij aan het werk.

Jezus doet niet aan shortcuts, even snel het probleem oplossen, maar door de pijn en het lijden heen brengt hij tot volmaaktheid. Daar doorheen redt hij.

Waar sta jij?

Waar sta jij?

Sta je te roepen langs de kant: hoera voor de koning, maar loop je gefrustreerd weg als die koning je op je eigen tekort, je eigen pijn en fouten wijst. Of luister je naar hem en loop je vertrouwend met hem mee. Ook als dat kruis dragen betekent. Als het betekent het afleren van je zonden. Het aanvaarden van je pijn? Het niet uit de weg gaan, maar geloven dat daardoorheen het nieuwe leven begint?

Als je God om hulp vraagt realiseer je: hij kiest niet voor gedeeltelijke oplossingen. Maar pakt heel je leven aan.

Ik hoop dat je dat in deze tijd van coronacrisis bemoedigt. Er is zoveel om voor te bidden. Zoveel om te vragen. Maar het belangrijkste in dat alles is dat we bij Jezus zijn. Beter met Hem meelopend een kruis dragend, dan zonder kruis, maar ook zonder hem te zijn. Laat ik proberen dat concreet te dragen: in deze dagen kun je moe worden van alle berichten over corona en ik zou je zeker aanraden om niet de hele dag de nieuwsberichten te volgen. Doseer. Laat je niet gek maken. Maar tegelijkertijd: laat het je ook blijven raken. Sluit je niet af voor anderen die het moeilijk hebben. Ontken ook je eigen pijn en zonde niet. Bijvoorbeeld hoe je het volhoudt in deze crisis. Ik kan bijvoorbeeld van mijzelf als dominee het beeld schetsen alsof ik het allemaal onder controle heb: in plaats van bezoeken, bel ik gemeenteleden. In plaats van een gewone kerkdienst doen we een uitzending. Ook al kan heel veel niet, ik bedenk gewoon allemaal andere leuke oplossingen. Maar dat is maar een deel van het verhaal.

Een ander deel van het verhaal is dat ik het heel vaak ook niet zo goed weet. Dat ik de energie niet heb. Of de zin. Of de inspiratie of het geloof of de liefde om er altijd te zijn voor jullie en voor degenen die het nodig hebben. Natuurlijk schiet ik tekort. Ik sluit me soms ook liever af. En Jezus zegt tegen mij en tegen jou: je hebt niet alleen een probleem, je bent het zelf ook – het zit in je. Maar wees niet bang: ik ga samen met jou door het oordeel heen. Ik draag je erdoorheen – ik zal je nieuw maken. Ik ben erbij als je oude mens sterft en geef je nieuw leven.

Daar is de komende week van witte donderdag en goede vrijdag en Pasen voor: weer te leren om te herkennen dat je zonder leven met God, zonder leven uit liefde een groot probleem hebt en tegelijk dat door Jezus God je wil nieuw maken

Amen