Bij God is overvloed (leef niet uit je tekort)

Preek over 1 Timoteüs 6:17

Inleiding

Eenvoudig leven, verlang jij daar soms ook zo naar? Simpel leven is deze week het thema van ons veertigdagenproject. Eenvoudig leven – ik moet dan gelijk denken aan tiny house – misschien ken je dat wel – van die hele kleine huizen waar je alleen maar dat hebt wat echt nodig is. En dan liefst in een mooie natuurlijke omgeving. Eenvoudig leven, dat is bijvoorbeeld ook kamperen en je dan na een paar weken verbazen dat je prima met zo weinig spullen toekunt.

Misschien herken je dat. Misschien heb jij het weer met andere dingen: eenvoudig – dat is misschien ook wel een beetje rust in je hoofd: dat je bezig bent met de dingen en vooral de mensen waar het echt om gaat en niet met allerlei randzaken. Dat je je telefoon eens een dagje niet aanraakt.

Dat je echt geniet van de gewone dingen: de natuur, de mensen, de dingen die je eet of drinkt. Mindful noemen ze dat ook wel. Dat je niet al weer bezig bent met wat er straks moet gebeuren, maar gewoon even in het hier en nu bent.

Op een of andere manier vinden we dat als mensen vaak lastig. Je bent zomaar bang dat je wat mist. Als je je telefoon een dag niet zou aanraken, wat voor berichtjes, verhalen, vragen, leuke filmpjes, zou je niet missen? Eenvoudig leven is lastig, want heb je dan wel genoeg? Genoeg om te genieten?

Mentimeter: wat leidt jou af van eenvoudig leven?

Tegelijk dat bang zijn om niet genoeg te hebben, altijd weer meer willen hebben, ervaren, genieten, dat maakt ook heel veel kapot. Dat weten we intussen wel als we naar onze wereld kijken. Die raakt uitgeput, vervuild doordat we als mensen zoveel willen hebben, reizen, doen en ervaren. Steeds weer nieuwe spullen, steeds weer nieuwere ervaringen. Dat is niet goed voor de aarde. En het is ook niet goed voor ons.

Hoe niet

Maar hoe kan het dan anders? En wat heeft dat met het christelijk geloof te maken?  We lazen net in de Bijbel de opdracht die Paulus aan Timoteüs geeft: ‘Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten.’

Als Timoteüs nu bij ons leefde, moest hij dat waarschijnlijk ook doen. Velen van ons zijn rijk. Misschien voel je dat niet zo, maar als je het vergelijkt met mensen in andere landen, of uit andere tijden, dan zijn we bijna allemaal erg rijk. We hebben meer mogelijkheden dan ooit.

Dus de boodschap die Timoteüs moet doorgeven, kan ook wel belangrijk voor ons zijn: wees niet hoogmoedig en stel je hoop niet op zoiets onzekers als rijkdom.

Misschien denk je: ja, dat weet ik wel – je moet niet op geld vertrouwen en natuurlijk ook niet trots zijn. Ja, maar het weten en het ook niet doen, daar zit soms nog een heel verschil tussen. En daarom wil ik ook kijken waarom Paulus dat zegt: je moet niet hoogmoedig zijn en niet op je geld vertrouwen, maar… op God die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten.’

Bij God is overvloed

Je moet niet op je rijkdom vertrouwen, je moet niet je identiteit ontlenen aan alles wat je hebt: kijk mij eens met mijn mooie telefoon, mijn mooie auto, mijn prachtige huis, mijn nieuwe spijkerbroek, enzovoort.

En waarom moet je dat niet doen? Omdat rijkdom slecht is? Of omdat je niet mag genieten van mooie kleren, coole gadgets, of een fijn huis?

Nee, dat is het punt niet. Dat zijn allemaal best mooie dingen. Maar het blijkt soms heel lastig om er blij mee te zijn. Zomaar heb je toch het gevoel dat je tekort komt. Die coole telefoon van twee jaar geleden, is nu alweer hoognodig aan vervanging toe. Je bent blij met je auto, maar als je buurman of je collega een mooiere heeft, is het misschien toch lastig om niet jaloers te worden. Je was blij met je spijkerbroek, maar als je klasgenoot er een opmerking over maakt, laat je hem voortaan maar in je kast liggen. Enzovoort.

Die spullen geven je iets moois, maar het is onzeker. Stel je vertrouwen niet op zoiets onzekers als rijkdom. Daar kun je niet van op aan.

Stel liever je vertrouw op God, dat is een veel zekerder basis. Wie tevreden is met alleen rijkdom en spullen, is te snel tevreden. Je moet hoger mikken. God – Hij voorziet je rijkelijk van alles om van te genieten.

In onze tijd wordt ons steeds geleerd om vooral te kijken naar wat je tekort komt. Zo zit ons economische systeem in elkaar. Het is niet de bedoeling dat je je leven lang met hetzelfde bankstel doet of dezelfde telefoon of dezelfde auto. Nee je moet na een paar jaar het gevoel krijgen dat je een nieuwe, een betere nodig hebt. Je moet blijven consumeren. Daar draait onze economie en daardoor kunnen we geld blijven verdienen. En dat is echt niet alleen maar slecht: een nieuwe auto is soms minder slecht voor het milieu, een nieuwe bank beter voor je rug, of mooier in je interieur, enzovoort. Maar reclames en praten over nieuwe dingen, spoort je wel aan om steeds te kijken naar wat je mist. En je ontdekt ook wat je mist. Eerst miste niemand een auto. Maar toen ze er een tijdje waren, kon je niet meer zonder. Toen miste nog niemand een autoradio, maar toen moest  je zo’n ding hebben. En nu moet  je bluetooth in je auto hebben. Het stopt nooit. Er worden ook nu weer dingen bedacht waarvan je nu nog niet weet dat je ze nodig hebt.

En dat altijd maar benadrukken wat je mist. Heeft ook op andere gebieden van het leven hebben. Kijken naar wat je mist. Sociaal. Emotioneel. In je relaties in de kerk. Dat is vaak een recept voor frustratie en teleurstelling. Het is overigens niet alleen van onze tijd. Het is van alle tijden. Ik kwam een mooie spreuk tegen in het Bijbelboek Spreuken:

Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. Zodra je op rijkdom afvliegt, is die al verdwenen.  Hij krijgt vleugels, plotseling, en vliegt als een arend weg (Spreuken 23:4-5).

Het helpt niet om meer te willen. Om vooral te kijken naar wat je mist. Wat je zou moeten hebben, omdat anderen het ook hebben. Je frustreert jezelf ermee, je wordt er gauw sacherijnig van en ook anderen doe je tekort.

Kijk nu eens heel anders. Keer je om. Ga om denken. Denk niet vanuit het tekort, maar vanuit de overvloed. Dat is wat Paulus zegt: ‘vertrouw niet op zoiets onzekers als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten.’ God voorziet ons van alles. Bij God is geen tekort. Bij God is overvloed. Het is alleen de kunst om het te zien.

Alles is van Hem. Alles wat er maar aan schatten en rijkdom in deze wereld is, is in zijn hand. Als je goed kijkt kun je daar veel van zien. In zijn schepping. IN de bijzondere kleuren van de wolken bij een ondergaande zon. Bij het fluiten van een merel voordat de zon opgaat.

Om nog wat beter tot je door te laten dringen, zou je het verhaal van de ‘rijke bramenplukker’ van Godfried Bomans eens moeten lezen.

Maar het is niet alleen in de natuur. Het is ook in mensen – ook die zijn door God gemaakt. In het leven, de creativiteit van mensen, in de liefde. Overal kun je de rijkdom van God zien. In alle geleerdheid en wijsheid. In alles wat er toe doet, vind je God.

En het meest zie je dat in Jezus.

We leven met God – bij God, bij Christus alle schatten van wijsheid te vinden. Bij God is overvloed – zelfs in de woestijn, zelfs in het lijden.

Zelfs in het lijden

Misschien denk je: ja, dat is mooi, niet naar het negatieve kijken, niet kijken naar wat je mist, maar naar de overvloed van God. En toch, er kunnen ook dingen in je leven zijn, die naar zijn en moeilijk. Moet je dan maar net doen of dat er niet is? Dat kan toch niet? Of moet altijd maar zeggen: er is ook nog zoveel moois?

Het is goed, als je dat kunt, om je niet door de moeilijke dingen in je leven te laten opslokken. Om er niet in te verdrinken. Maar soms zijn dingen wel vreselijk en slokken ze je wel op. Of misschien dat niet, maar is het toch voortdurend aanwezig.

Wat betekent het dan als je je richt op God en vertrouwt op de overvloed die er bij Hem is?

Daarover gaat het ook in deze tijd. Deze veertigdagentijd, noemen we ook wel de lijdenstijd. Elk jaar weer staan we in de kerk stil bij het lijden van Jezus. Waarom eigenlijk?

Omdat er ook in dat lijden overvloed is. In het lijden wil God ook bij ons zijn. Juist in het lijden is ook Gods glorie te zien. Zijn liefde. Schuldhulpmaatje. Soep op de stoep. Meer nog van de schoonheid van de schepping genieten, van elkaar.

Dus als je lijdt, probeer niet verbitterd te raken of wanhopig, maar zoek ook daarin God. God is niet alleen in het mooie en het fijne bij ons. Maar ook in het kapotte, in het lege, en het donkere. Dat heeft Hij in Jezus laten zien. Ook dan is zijn overvloed beter dan rijkdom.

Het belangrijkste in deze coronatijd is een versoepeling van de maatregelen of een goed vaccin. Het zijn heel belangrijke dingen en we danken God voor geleerden die vaccins vinden en bestuurders die hun best doen dit land zo goed mogelijk te  besturen. Toch is dat niet het belangrijkste. Het belangrijkste is steeds weer dat God zelf bij je is.

Dat zijn liefde bij je is. Dat je plezier blijft beleven aan het goede wat Hij geeft. In de schepping, in de mensen om je heen, in de Bijbel, in de kerk. Waar ook maar. Dat God je hoort als je naar de hemel schreeuwt of zou willen schreeuwen: waar bent u, heeft U mij soms alleen gelaten? Dat Hij zelfs in Jezus met je meeschreeuwt: waarom heeft U mij alleen gelaten?

Straks

God is bij ons nu in de mooie dingen en in de moeilijke dingen. En Hij zal ook bij ons zijn. We zijn nu op afstand van elkaar. Daarin missen we veel. En toch is er overvloed. En dat zal er nog meer zijn. We kunnen elkaar vaak alleen maar via een schermpje op afstand zien. Maar er komt een dag dat we weer met elkaar aan tafel zullen zitten. Dat is een beeld wat je vaak in de Bijbel tegenkomt: samen feestvieren, aan tafel zitten waar meer dan genoeg te eten en te drinken is. En dat gaan we doen: straks. Hier in de kerk, of bij elkaar op bezoek of in Gods nieuwe wereld. We zullen samen eten – er zal meer dan genoeg zijn. Niemand komt tekort, omdat we samen delen van wat God ons heeft gegeven en dat is altijd genoeg. We zullen denken aan hoe moeilijk het was en hoe gaat daarin toch bij ons was. We zullen aan tafel zitten om Avondmaal te vieren en eens om opnieuw met Jezus te drinken.

You

Daarheen zijn we op weg, om meer te zien van Gods overvloed. Richt je niet op wat je tekort komt. Richt je niet op wat je moet hebben, voordat je gelukkig kan zijn. Maar richt je op God. En als je werkelijk tekort komt, als het echt niet zo kan – zeg het Hem. En zeg het ook tegen mensen in je omgeving als je durft. Want er is bij God overvloed en dat kan ook onder ons in de kerk zichtbaar worden.

Dat zie je bijvoorbeeld straks ook bij de collecte – de diaconie roept ons allemaal telkens weer op om gul te geven. Om gul te geven van wat God ons gul gegeven heeft.

Richt je niet op wat je tekort komt, maar leef eenvoudig van Gods overvloed.

Daar over nadenken: hoe kun jij dat de komende week doen? (mentimeter)