Bevrijd van schuld

Preek over Zacharia 3 – God is trouw en weerspreekt de aanklacht, laten we daaruit leven

God is trouw aan Jeruzalem en bestraft daarom de Satan en dus moeten wij ook niet langer naar de Satan luisteren (en in nieuwheid van het leven gaan wandelen – dat is ook het visioen aan het einde)

Me

Hier sta ik in smerige kleren. Zo smerig dat ik ook van mezelf walg. Het ruikt gewoon naar stront. Het is smerig. En ik weet waar de vlekken op mijn kleren van komen. Die vlek daar dat is nog van vorige week: toen ik zo ontzettend kwaad werd en mijn zelfbeheersing helemaal verloor. Ik wilde dat het niet gebeurd is. Dat ik niet zo boos werd op mijn zoon. Ja, ik heb sorry gezegd, maar de vlek is daarmee niet weg. Die andere vlek daar die komt van het porno kijken. Ok, ik geef het toe dat is niet een vlek, het zijn heel veel vlekken. En dan heb je nog die vlekken van luiheid. Van gebrek aan zelfbeheersing. Van gebrek aan geloof. Vlekken van die keren dat ik stond te preken, maar niet vertelde wat ik moest vertellen.

Van sommige vlekken weet ik niet goed hoe ik eraan kom. Ik heb het idee dat ik er nauwelijks iets aan kan doen, maar ze zijn er wel. Olievlekken van de aantasting van het milieu. Vlekken die lijken op bloedvlekken van de uitgebuite arme arbeiders in landen hier ver vandaan. Vlekken van onuitwisbare tranen van mensen die ik over het hoofd zag of vergat. Het is een grote smeerboel.

En de aanklager kijkt me ook zo aan – met minachting in zijn ogen, met walging. Hij gaat al die dingen die ik weet en nog veel meer dingen die ik niet weet opnoemen. Ik kan proberen me te verdedigen: maar hij heeft gelijk. Ik krijg mijn kleren niet meer schoon. Ik kan niet alle vlekken bedekken.

Ik heb het wel geprobeerd. Ik heb mijzelf verontschuldigd – maar wat kon ik eraan doen. Anderen doen het ook en nog erger. Het lag ook niet allereerst aan mij, maar aan iemand anders. Is het niet te moeilijk om het altijd maar over schuld te hebben – wij zijn toch ook niet volmaakt? Enzovoort, maar het helpt niets. Ik kan net doen of mijn kleren schoon zijn, maar door er zo over te praten, door er niet meer naar te kijken, worden ze dat nog niet.

You

Misschien herken je iets in wat ik vertel, misschien ook niet. Schuld is een onderwerp dat letterlijk een verduveld lastig onderwerp is. We komen daarmee in het domein van de Tegenstander van God die in de Bijbel Satan of Duivel wordt genoemd. Hij is degene die in de hemel optreedt als aanklager van de mensen bij God. Zo vertelt in elk geval het boek Job en zo ziet Zacharia dat ook in een visioen. Hij wijst je op je schuld, zodat je gaat wanhopen, walgen van jezelf, de moed verliest, of maar gauw die schuld diep wegstopt. Het hebben over schuld zonder genade is duivels.

Het is verleidelijk om het dan maar helemaal niet meer over schuld te hebben. Maar ook dat werkt niet. Maar daarmee doe je de ander en jezelf tekort. recht gedaan.

Het toch hebben over schuld vanwege de ander

Als iemand een ander vermoord heeft, maar hij zou vrijgelaten worden omdat er allerlei verachtende omstandigheden zijn: een moeilijke jeugd, een verkeerd moment, enzovoort. Dan hebben de meeste mensen het gevoel – maar zo wordt geen recht gedaan.

Als je recht wil doen aan de ander – je medemens, de dieren, Gods schepping, God zelf – dan moet je het over schuld hebben. Het gaat dan niet alleen over schuldgevoel – dat kan per mens nog wel eens verschillen.  Maar als het in de Bijbel gaat over schuld, gaat het niet alleen over de vraag of je dat ook voelt. Je kunt ook schuldig zijn, zonder dat je dat zo voelt. Ik kan iemand vergeten zijn die ik niet had mogen vergeten. Ik voel me daar niet schuldig over – want ik ben die persoon vergeten – maar daarom ben ik het nog wel. Ik zou die ander onrecht doen als ik zou zeggen: omdat ik het niet voel, ben ik het ook niet.

Zo is het in veel dingen. Het kan zijn dat je niet weet dat je schoenen door kinderen in beroerde omstandigheden zijn gemaakt. Maar ben je er dan ook niet medeschuldig aan? Je had het misschien wel kunnen weten. Door het niet over schuld te hebben, kunnen we ook het onrecht in de wereld laten toenemen.

Ik hoor dat sommige mensen wel zeggen: we moeten ons niet schuldig voelen over het klimaat, over kinderarbeid, over racisme, over de omgang met vluchtelingen, want dat leidt maar tot zelfhaat. Laten we erover ophouden.

Ik begrijp dat goed – het hebben over schuld, leidt inderdaad gemakkelijk tot zelfhaat en dat is ongezond. Maar de schuld dan maar niet meer benoemen is verstoppertje spelen en daarmee laat je het onrecht gewoon maar bestaan. Je gaat doen alsof het ‘gewoon’ is en dat kun je schuld niet negeren.

Het hebben over schuld vanwege jezelf

Ook voor jezelf is het niet goed om schuld te negeren. Schuld en schuldgevoel gaan niet weg als je het er niet meer over hebt. Ik moest bij het voorbereiden van deze preek denken aan de film Heaven on Earth die ik een tijd geleden zag. Iemand die hem kent of van plan is te gaan zien? Als dat laatste zo is, houd dan even je oren dicht, want ik ga kort iets over het verhaal vertellen. De hoofdpersoon, Lena woont in een klein dorpje. Ze is trots op haar dorp, maar heeft een hekel aan de kerk, ook al is die het centrum van het dorp. Ze haat het vooral als de dominee in de kerk spreekt over schuld. Daar wil ze helemaal niets over horen. ‘Altijd moet het in de kerk maar over schuld gaan. Hou er toch over op! Het gaat in het geloof toch om liefde!’ roept ze het uit. Misschien herken je dat wel – het geeft een naar gevoel, zwaar. Kunnen we daar niet over op houden, het gaat toch inderdaad om liefde! In de loop van de film blijkt echter dat de Lena zelf met een grote schuld worstelt. Toen ze nog een klein kind was, kregen haar ouders een ongeluk waarbij ze alle twee omkwamen. Lena zat bij hen in de auto en haar grootouders verweten haar later dat ze niet zo druk had moeten doen. Dan waren haar ouders niet afgeleid tijdens de rit en hadden ze nog geleefd. Het was Lena’s schuld dat ze dood waren. Lena wil niet van schuld horen. Ze wil niet geloven dat het waar is wat haar grootouders zeggen, maar ze kan zich er kennelijk ook niet van losmaken.

Zo is dat veel vaker met schuld en schuldgevoel. Je kunt je er niet zomaar van losmaken door te zeggen: maar ik was nog maar een kind, of ik kon er niets aan doen. Militairen die op uitzending zijn geweest hebben nogal eens te maken met schuld en schuldgevoel, doordat ze mensen niet konden redden die ze wilden redden. Dan helpt het niet altijd als je zegt: maar je hebt je best gedaan. Toch kan de vraag blijven – had ik niet meer kunnen doen.

Schuldgevoel laat iets van een verantwoordelijkheid zien, die je niet altijd goed kunt invullen. Toen ik in Congo woonde voelde ik me schuldig als ik niets aan een bedelaar gaf, maar ik voelde me ook schuldig als ik wel iets gaf, omdat ik dan dacht ‘maar zo help ik het om bedelen in stand te houden, er zijn betere manieren.’ Met andere woorden – ik voelde me en was ook echt verantwoordelijk voor mijn medemens, maar ik wist niet goed – en dat kon misschien ook wel niet zo goed – hoe ik daar echt invulling aan moest geven.

Schuldgevoelens kunnen lang bij je blijven, het helpt niet om ze weg te stoppen. Het is niet goed voor jezelf om schuld te negeren.

God spreekt vrij

Dus daarom toch maar: schuld erkennen. Erkennen dat je net zoals Jozua in het visioen dat Zacharia ziet je kleren hebt bevuild. Maar niet om je dan in schuldgevoel te wentelen. Of te luisteren naar de stem van de Satan. Nee, luister dan ook de stem die zegt tegen Satan: ‘De HEER zal je het zwijgen opleggen. De HEER die Jeruzalem heeft uitgekozen, zal jou het zwijgen opleggen. Is deze Jozua niet een stuk zwartgeblakerd hout dat uit het vuur is weggerukt.’ Of – je zou die woorden ook nog wat meer op jezelf kunnen betrekken, als je in je hoofd de beschuldigingen hoort. Als je je realiseert dat je schuldig staat voor God: ‘Stop met die beschuldigingen. God is trouw aan mij. Hij heeft mij uitgekozen. Hij zal de beschuldigingen stoppen. Hij heeft mij gered, ik was er bijna aangegaan, maar hij heeft me van de ondergang weggetrokken, als een stuk brandend hout uit het vuur!’

En zie het voor je hoe God tegen zijn engelen zegt: trek haar, trek hem die vieze kleren uit. En hoe God je nieuwe kleren laat aantrekken. Al dat vuil. Al de schuld heb je achter je gelaten om opnieuw te beginnen. Dat is wat God belooft.

Heel mooi wordt dat uitgebeeld bij de doop. Sommige baby’s en ook sommige volwassenen dragen bij de doop een witte jurk of een wit gewaad. Vroeger was dat in de kerk gewoon. Nadat je gedoopt was, liet je je oude kleren achter je en kreeg je nieuwe witte kleren, want je was opnieuw begonnen. Iedereen die gedoopt is, is opnieuw begonnen. Die heeft witte kleren gekregen.

God kijkt niet naar je schuld. Dat klinkt misschien gemakkelijk. Dat is het niet. De Bijbel zegt dat God in Jezus zelf de schuld op zich heeft genomen. Dat Hij die schuld gedragen heeft. Heel cryptisch lijkt dat in het visioen van Zacharia al aangekondigd: Gods dienaar die Telg genoemd wordt.

God bevrijdt het land van schuld

Maar hoe zit het dan met het recht? Met mensen die ik onrecht heb aangedaan? Als mijn schuld vergeven is, wat moeten zij dan? Is het niet goedkoop om te denken: ik ben vergeven en me dan niet meer druk te maken om de mensen die ik tekort heb gedaan. Dat zou zeker goedkoop zijn. Tegelijk kan ik niet altijd alles nog goedmaken. Ook daarvoor is Gods hulp nodig. En ook die belofte volgt: ‘in één enkele dag zal ik dit land reinigen van alle schuld’, spreekt de HEER.

Schuld is niet alleen iets dat aan mijzelf kan kleven. Het kleeft ook aan een land. Ook als je in dit land om je heen kijkt, zie je schuld. Laten we ons even beperken tot Kampen. Wie door Kampen struikelt over de zogenaamde struikelsteentjes – de steentjes voor Joodse Kampenaren die in de Tweede Wereldoorlog werden weggevoerd. Daar hebben ook Kampenaren aan meegewerkt. De meeste Kampenaren hebben niet geprobeerd hen te beschermen. Je ziet dat de synagoge een museum is geworden. Er zijn niet genoeg Joden meer om samen te komen. En ook andere schuld kun je zien in de stad:  heel veel kerken. Dat is niet alleen maar mooi. Dat er zoveel zijn heeft ook alles te maken met de schuld van het verbreken van de eenheid, het niet samen op weg gaan om Jezus te volgen. Je komt op het Van Heutszplein, vernoemd naar Jo van Heutsz militair en gouverneur van Nederlands-Indië. Hij was meeverantwoordelijk voor de dood van bijna 3000 mensen, waarvan meer dan 1000 vrouwen en kinderen. Je ziet de auto’s die het milieu verontreinigen, je ziet rijkdom die verzameld is met oneerlijke zaakjes. De schuld is overal aanwezig.

Je zou er depressief van worden. Maar van Zacharia kun je leren er hoop bij te hebben. Al die schuldt neemt God in een dag weg. God begint helemaal opnieuw. Daarbij worden de slachtoffers niet genegeerd, nee hen wordt juist recht gedaan. Die dag is nog niet aangebroken.

Leven vanuit de toekomst

Maar die komt wel. En op die dag zullen jullie elkaar uitnodigen onder de wijnrank onder de vijgenboom. Als de schuld verdwijnt tussen mensen kunnen we samen leven: als ik weet dat jij mij niets verwijt, als ik jou niets te verwijten heb, dan kunnen we ons bij elkaar veilig gaan voelen, dan kunnen we weer samen gaan leven.

En in het geloof dat Jezus de schuld nu al heeft weggenomen, dat we opnieuw begonnen zijn en dat die dag komt, proberen we nu al zo te leven. In de kerk krijg je soms een voorproefje. Bijvoorbeeld aan het Avondmaal, waar mensen uit Irak en Iran samen aan tafel zitten, waar je

Probeer al vanuit dat toekomstbeeld te leven – straks is alle schuld weggenomen. Dat kan ook ontspannen maken voor nu. Ik doe mijn best te luisteren naar kritiek, ook als mensen mij wijzen op mijn schuld. Ik wil daar niet meer een steen van in mijn maag krijgen – al gebeurt dat soms wel – omdat ik geloof dat Jezus voor mijn schuld gestorven is. Dat Jezus wat ik soms onherstelbaar kapot heb gemaakt weer heel wil maken. Ik wil jou en ik hoop dat je mij daarom ook uitnodigt om veilig bij te zijn, samen onder de wijnrank te zitten.

Dan kunnen we het hebben ook over schuld, zonden, tekorten. We kunnen fouten noemen en vergeven, maar het is niet allesbepalend.

Het is nog niet zover. Soms is schuld nog zo groot, soms kun je je nog niet voorstellen dat de gevolgen helemaal verdwenen zullen zijn en lukt het  nog niet om rustig bij elkaar te zijn. Wees er dan zeker van: het zal wel gebeuren. Niet wijzelf moeten ons van schuld bevrijden, dat doet God, door Jezus Christus. Hij legt de aanklager het zwijgen op en kleed je in nieuwe schone kleren.