‘Omdat ik van God houd’

‘Waarom studeer je theologie?’
‘Omdat ik van God houd.’

Ik praat met de vrouw van de evangelist en leider van een klein kerkgenootschap in Zuid-Azië met wie ik de training over preken leidt. Voordat haar kind geboren is, kreeg ze thuis privéles van een bijbelschooldocent. Als haar kind iets groter is, hoopt ze ermee verder te gaan. Engels spreekt ze maar mondjesmaat en misschien dat er ook daardoor zo’n eenvoudig en indrukwekkend antwoord komt ‘omdat ik van God houd.’ Ik vraag me af of ik in Nederland een theologiestudent dat wel eens zo heb horen zeggen.

Ze studeert ook theologie om haar man te kunnen bijstaan. Hoewel het hier in sommige opzichten op Nederland lijkt – er is prima wifi, het televisietoestel in de logeerkamer is groter dan het scherm bij ons in de huiskamer – is heel veel toch echt anders. Zo zit tijdens de training bijna iedereen op de grond, alleen de ouderen krijgen een stoel en ik. Want ik ben te gast en de trainer. Ik besluit mijn Nederlands allergieën voor standen te negeren te negeren in de hoop dat ik dan meer bereik dan door hen direct voor het hoofd te stoten door deze gastvrijheid niet te aanvaarden. Soms is dat overigens wel lastig: als we eten, zit ik aan tafel met mijn co-trainer. Zijn vrouw staat bij ons om ons te bedienen. Dat hoort zo. Net zoals dat de paar vrouwen die de training ook volgen vrijwel alleen iets zeggen als hen iets wordt gevraagd.

Maar goed, ik ben niet gekomen om dat even te veranderen. En bovendien, bij ons is niet alles beter? Overal in Zuid-Azië waar ik geweest ben is het eten beter dan in Nederland. Dat is eenvoudig te verklaren. Hier wordt uren gewerkt om een maaltijd te bereiden. En dat proef je absoluut. Is het zo’n vooruitgang dat wij het te druk hebben met werk buitenshuis, sociale media en onze hobby’s, dat we voor goed eten veel minder tijd hebben? En ja, ik vraag me tegelijkertijd af of de vrouwen die hier uren in de keuken zitten misschien ook niet liever buitenshuis zouden willen werken.

Maar ik dwaal af. Ik vertelde dat de vrouw van de evangelist theologie studeert om haar man te helpen. Hij bezoekt het platteland om mensen over Jezus te vertellen. Dat is letterlijk wat hij doet. Hij komt in dorpen waar de mensen meestal moslim zijn. Hij vertelt hen verhalen over Jezus, vaak vanuit de Koran. Hij laat zien dat Jezus veel wonderen deed en mensen genas, terwijl Mohammed dat volgens de Koran lang zoveel niet doet. Zo raken mensen geïnteresseerd in Jezus. Tegelijk is dit een gevaarlijke missie. Hoewel de overheid christenen beschermt, kun je als christen omdat je over Jezus vertelt in elkaar geslagen of zelfs gedood worden door moslims. Moslims die christen worden, wachten meestal ook lange tijd voor ze het hun familie durven vertellen. De consequentie is dan vrijwel altijd, dat hun familie niets meer van hen weten wil.

De deelnemers van de training die ik geef zijn voor een deel zelf christenen die vroeger moslim waren en zij delen het evangelie met moslims. Zij hebben vaak iets van dezelfde eenvoud als de vrouw van de evangelist. Hun liefde voor God en Jezus is sterk. En dat moet wel in een situatie waar christenen een kleine minderheid vormen, bedreigd en lastig gevallen worden en waar veel kerken leeg staan. In het verleden zijn er heel wat kerken gebouwd en mensen gedoopt, maar volgens de evangelist zijn de mensen niet verder onderwezen en getraind en worden kerkgebouwen nu gebruik als opslagplaatsen. Ik ben blij dat de training die ik geef deel uitmaakt van het TLT programma dat Verre Naasten hier organiseert. Die kan zeker helpen christenen verder te vormen.

Veel deelnemers ontbreekt het aan kennis en vaardigheden. Zo zijn ze erg blij met de training over preken, omdat ze zich realiseren dat eigenlijk niet goed weten hoe ze een preek moeten maken. Wat ze vaak doen is steeds weer een andere Bijbeltekst lezen en daar kort iets over zeggen of een verhaal bij vertellen. Dat kan eindeloos duren en veel richting zit er vaak niet in. Een van de deelnemers zegt opgelucht na de training: ‘Ik hoef helemaal niet zoveel verhalen te kennen om te vertellen in de preek, ik heb geleerd om gewoon uit de Bijbel te preken.’ Ik hoop dat ik naar Nederland iets mee kan nemen van zulke eenvoudige verwondering.